Zugzwang
verslag: Henk van Putten
Het vriest dat het kraakt. Uit de schoorsteen van een van de knusse aanleunwoninkjes in het zuiden van de stad Groningen kringelen rookpluimpjes. Binnen zit een oude man met zijn twee kleinzonen, behaaglijk bij de kachel rond een schaakbord.
“Opa is nu oud jongens, maar toen was ik de allerjongste van ons schaakteam de Spassky’s. Ik was net in dat team teruggekeerd en had wat opstartproblemen gekend. Daarvóór had opa zeven jaar lang deel uitgemaakt van een gesponsord team. Dat was begonnen als zeven vette jaren, wat mij toen als student niet slecht uitkwam. Maar de laatste jaren werd het toch een stuk minder, waardoor het feitelijk eindigde in magere jaren. Ook was opa ondertussen aan het werk gegaan en hoefde hij niet per se meer geld te verdienen met schaken. En er was nog iets anders.”
Opa Groenewold, normaal gesproken een vloeiend verteller, stopt even en slikt wat weg. “Kinderen, jullie moeten weten dat ik onder meer om dat geld dat ik als student kon bijverdienen het vriendenteam Spassky’s bij die overstap zeven jaar eerder flink in de kou had laten staan…”
De kinderen kijken naar buiten en rillen.
“Maar in dat jaar, ik zat toevallig net op een warm Grieks eiland, las ik op mijn mobieltje een mail met daarin een uitermate genereus aanbod van teamleider Putski van de Spassky’s. Er had net een tweetal reservespelers het lidmaatschap opgezegd en twee andere vaste krachten konden of wilden minder vaak spelen. De teamleider kon heel goed een extra speler gebruiken. Ik moest er wel even goed over nadenken want opa is van nature heel loyaal zoals jullie weten, en dat wilde ik eigenlijk ook aan mijn toenmalige club Sissa blijven. Maar ik begreep al snel dat hier een eenmalige en unieke kans voor het grijpen lag om mijzelf weer met mijn bezoedelde verleden te verzoenen.”
“Wat aardig van die mijnheer Putski!”, zegt de allerkleinste, Joris jr., geheten.
“Zeker. En vanaf het begin voelde het alsof ik nooit was weggeweest. De dragende krachten van mijn eerste periode bij de Spassky’s waren er nog allemaal, hooguit waren ze wat grijzer of kaler geworden. Maar zoals al gezegd, in de eerste ronden van het seizoen dat ik terugkeerde, ging het zeer moeizaam. In de eerste ronde blunderde ik een vol punt weg, in de tweede won ik wel, maar vooral door in de opening te gokken, de derde ronde liet een benauwde remise zien. Pas in ronde 4 hervond ik mijn niveau, maar toen speelde mijn tegenstander erg sterk, nog net iets beter dan ik. Weer een nul.”
“Niet best opa.” klinkt het nu in koor.
“Nee niet best. Gelukkig, en dat herinnerde opa zich toen ook gelijk weer, raakte de sfeer bij de Spassky’s nimmer bedorven als het tegenzat. Er was veel zelfspot in dat team. En toen kwam ronde 5”.
Opa Groenewold graait in de houten doos met stukken en zet een stelling op.
“Het was op een koude zaterdag in december van 2017 de topper in klasse 3B. Schaakwoude was de verrassende koploper, wij hadden mede door mijn gepruts in de eerste ronde al een nederlaag moeten slikken. Daarna had het drie keer niet tegen gezeten en hadden we steeds met het kleinst mogelijke verschil gewonnen. Daardoor stonden wij op 6 MP, Schaakwoude had er één meer. En nu moesten we met hen de degens kruisen. Ik speelde op bord 2 tegen mijnheer Van der Veen.”
“Toch dreigde het ook nu aan mijn bord weer mis te gaan. In deze stelling namelijk was 35…a3 vrijwel winnend voor zwart. Gelukkig koos de Schaakwoudenaar voor 35…xe4. Het bleek mij alras dat ik die pion helemaal niet kon terugslaan en beter kon anticiperen op dat vervelende a3. Opa ging dus vol aan de noodrem hangen en speelde 36 Te3. Er volgde 36…a3, iets minder krachtig in deze stelling, 37 c5+ Kc7 38 Ta2 Ta4+ 39 Kc3 f5 40 Kb3 Td4.”
Soepel laat Opa Groenewold de stukken over het bord dansen. Ademloos kijken de kinderen toe. De stelling is zo complex dat ze bijna niets durven vragen.
“De tijdcontrole was gehaald en hier vond opa het tijd om die lastige pion op a3 maar eens te snacken. Dat het gevaarlijk zou gaan worden besefte ik wel degelijk. 41 Txa3 f4 42 d6+ Kc6 43 Tc3 e3”
“Een cruciaal moment. Opa gooide het hier op een schaakje. 44 Ta6+ De vraag was waar de zwarte koning nu heen zou gaan. Later vond opa uit dat 44…Kb7 in een remisestelling was geresulteerd, maar zwart speelde 44…Kb5? en daar had opa op gehoopt, want na 45 Tb6+ Ka6 speelde ik sluw 46 Tc1!”
Beide jongens kijken gebiologeerd naar de stelling en dan weer bewonderend naar hun opa. Opa Groenewold stopt zijn verhaal even om zijn pijpje te stoppen. Kringen kruipen kort erna omhoog.
“Jullie moeten weten dat in die tijd het mooie schaakspel nog niet was uitgeanalyseerd. Maar er waren al wel sterke programma’s en die zeiden inderdaad dat deze stelling helemaal gewonnen is voor wit…uiteraard wist ik dat niet op dat moment. ”
“Maar u hoopte het wel, opa!” zegt Jan, de oudste van de twee.
“Zeker jongen. Maar ook vreesde ik die zwarte pionnen rechts van het midden. Een ervan stootte nu vervaarlijk op: 46..f3 47 Ta1+ Ta4”
“En hier zie je dat schaken onvoorstelbaar moeilijk is voor mensen, laat niemand jullie iets anders wijs maken. Opa kon mat geven in twaalf zetten, te beginnen met 48 d7!! Gewoon die toren op a1 laten slaan dus. Maar dat zag ik niet. Ik ruilde eerst op a4: 48 Txa4 Txa4. Wie had het niet gedaan?”
Opa Groenewold neemt een trekje van zijn pijp. “Oei. Kostte dat u alweer het punt opa?” vraagt Jan.
“Gelukkig niet. Nog steeds stond ik wel iets beter, maar niet gewonnen meer en sowieso bleef het heel erg ingewikkeld. Het ging verder met 49 d7 Td4 50 Td6 Tb4+ 51 Kc3 Tb8 52 Kd3 e2 53 Te6
“Een volgend cruciaal moment is bereikt. Hier had zwart met 53…e1D of 53…e1P+ nog de remisehaven kunnen bereiken, maar wie komt daar op? Dat is bijna niet te zien. De grap is dat na 54 Txe1 f2 ook beide witte vrijpionnen het loodje leggen. Het afstoppen van de f-pion en het slaan ervan kost te veel tijd, er is geen gelijktijdige verdediging van de witte kroonjuwelen mogelijk. Gelukkig, zwart speelde 53…Td8 en dat leidde tot een slotstelling die nog vaak op het bord zou komen. Niet alleen in het Libanese etablissement waar de Spassky’s hun overwinning na afloop vierden, ook in trainingsessies werd zij later vaak gebruikt vanwege de prachtige thematische slotconstellatie.”
“Wat een boel dure woorden opa. Dus eerst had zwart kunnen winnen, toen u weer, daarna was het weer rem….” zegt Joris jr., maar opa Groenewold onderbreekt hem.
“Nu even opletten jongen, het is net zo geforceerd als fraai. 54 c6 Kb6 55 Kd2 Kc7 56 Te8 g5 57 Ke1 g4 58 Kf2. Zugzwang!”
Het blijft even stil. Dan vraagt Jan: “Wat is dat opa?”
“Ah, goede vraag, mijn jongen. Dat betekent dat een speler geen enkele zet meer kan doen die niet onmiddellijk verliest. Het is Duits. Een verre voorvader van jou was dat. Het Nederlandse woord is ‘zetdwang’, maar dat klinkt veel minder krachtig.”
Weer een stilte. Maar dan roept Joris jr. verrukt uit: “Prachtig opa!! Zwart is aan de beurt maar iedere zet is heel slecht!” Ook Jan glundert om wat nu ook hij ziet. “En werden jullie dat seizoen kampioen?” vraagt hij.
“Daarover een volgende keer meer, kinderen. Het is nu de hoogste tijd dat opa zijn middagdutje gaat doen.”
Opa Groenewold stopt zijn pijp weg en alsof ze er op wachtte komt op dat moment oma Groenewold met warme chocolademelk binnen. Nippend aan hun mokken genieten de kinderen nog lange tijd van de slotstelling na. “Zugzwang, oma” hoort opa Groenewold Joris jr. nog zeggen terwijl hij de trap op stommelt.
Je zou het bijna vergeten, maar er waren behalve deze monumentale partij op bord 2 er ook nog zeven andere partijen. In vogelvlucht de belangrijkste momenten.
Bord 1: Lemstra-Van Putten. Thema: pion d6
Hier had 17 Pxd6 voor wit gewonnen, want het geplande 17….Pf3+ 18 xf3 Lxf3 loopt geen mat door (en alleen door) de zet 19 Pf5….Beide spelers zagen dit over het hoofd. Wit speelde 17 Lf4.
Een paar uur later verspeelt slaan op d6 juist het halve punt: Dat zag de zwartspeler nu wel goed, maar de witspeler niet. 44. Txd6? Dd4+ 45 Kh1 Tf2 46 Td8+ Kh7 0-1
Bord 3: Hoekstra-Kroon
Roelof was na afloop weer vol zelfkritiek, hij had alleen maar gewonnen omdat zijn tegenstander twee fouten maakte. Maar was het wel zo slecht? Natuurlijk moet je tegenstander één of meer fouten maken, anders win je niet! Als ik tegen Carlsen speel en ik maak geen fout, dan kan Magnus doorspelen tot hij een ons weegt, hij wint niet. Sterker nog, hij moet zelfs oppassen zelf geen foutjes te maken, want als ik doorga met foutloos spelen, win ik gewoon.
Zwart heeft al licht voordeel in deze stelling, maar met 20 g4? maakte hij het zwart gemakkelijk. Roelof antwoordde 20…e4! En won door activiteit op de e-lijn gecombineerd met een betere pionnenstructuur.
Aan bord 4 Evert, een van de spelers die dit seizoen helaas maar de helft van de wedstrijden kan meedoen. Hopelijk volgend seizoen weer vaker!
Want de oude meester speelt nog steeds pareltjes van partijen.
Zie Janse-Hazenberg. Met kleine middelen heeft Evert een voordelige stelling opgebouwd. Het piept en het kraakt bij zwart en vaak zie je dan dat een poging tot activiteit opeens als een boemerang terugkeert:
34…Pc4+? 35 Lxc4 xc4 36 Tc6! Ta8 37 Tc7+ Kf8 38 b5 en al snel moest zwart groot materiaal geven voor deze vrijpion.
Aan bord 5 Jan, de andere speler die dit seizoen helaas maar de helft van de wedstrijden kan meedoen. Hopelijk volgend seizoen weer vaker!
Want Jan speelt -zeker met zwart- nog altijd als de bank van Engeland.
Positief was bovendien dat Jan deze keer wel iets van de partij aan zijn kleinkinderen wilde nalaten. Dat gaat om de slotstelling:
Van der Heide-Postma
“Duidelijk voordelig voor zwart”, aldus Jan, “te vroeg remise gegeven”.
Bord 6 Janski-De Jong
Het onderzoek loopt nog, maar waar vroeger Jans partijen in de plantenbak verdwenen, is mogelijk dit fenomeen een bord naar links opgeschoven. Er is een verzoek om inlichtingen uitgegaan naar Hardegarijp. Op een reactie wordt nog gewacht.
Bord 7 Broersma-Bodewes
Turbulent is wel een woord dat van toepassing is momenteel wat betreft Peter. De diagramstelling laat dan ook de contouren zien van een slagveld waarin zwart het roer langzaam naar zich heeft toegetrokken. Wit probeerde met weinig tijd nog 37. Pxc5?!, je weet maar nooit immers, maar na 37…Txe2 kostte dat gewoon een stuk in een al zeer bedenkelijke stelling.
Aan bord 8 ten slotte Rolf. Dat had een voorgeschiedenis, want wie we opnieuw moesten missen was Dries. Dries was wel aanwezig, maar liep zwaar gedrogeerd rond vanwege een al dagenlang durende kiespijn, die alleen met pijnstillers gesust kon worden. De Spassky’s wilden het niet op de dopingcontrole laten aankomen en stelden een reserve op. Een wijs besluit, want ongeveer tegelijkertijd werd Dries’ equivalent in het wielrennen, Christofoor Froome, geschorst vanwege het gebruik van een astmamedicijn. Het doel heiligt nooit de middelen….althans niet in dopingland.
Met reserve Rolf was evenwel ook iets aan de hand: hij moest eigenlijk om 17.30 weg in verband met Winterwelvaart, waarvoor hij dienst had in de avondploeg. Alsof zijn tegenstander dit geroken had, werd juist in Rolfs partij een Guinnessbook-of-records-notering bereikt wat betreft het spelen van nutteloze zetten:
Yska-Zagema, stelling na 31..h5
Yska-Zagema, stelling na 61..Le7
Gelukkig zette Putski rond 17.30 de 4.5 op het scorebord en zag Zagema (zagen maar?) het zinloze van verder “proberen” in.
De Libanees na afloop was een openbaring. En zoals Roelof terecht opmerkte, onvergetelijk was de blos bij de serveerster toen ze per ongeluk zei dat het eten er zo aankwam en dat dan het spelletje aan de kant moest. De voorzichtigheid waarmee hierna haar collega het bord op een naastgelegen tafel posteerde, zodat we na het eten eventueel verder konden gaan….we hadden het moeten filmen. Alsof Chinees porselein met fluwelen handschoentjes in een kristallen vitrinekast werd gezet.
6-2 en een gedeelde eerste plaats, het belooft een spannende tweede seizoenshelft te worden.
Vier Spassken in de denktank….Foto © Jan van Os