Wie döt mij wat vandage

De avond voor de vijfde ronde van de KNSB-competitie was ik met mijn partner Maaike bij de voorstelling Advent van Daniël Lohues en Holland Baroque, waarbij nieuwe en oude werken van Lohues in barok-arrangementen werden gegoten. Mooie muziek voor jong en oud. Wat mij direct opviel, precies een jaar na mijn afscheid van het werk, was dat ik in dit 1200-koppige publiek tot de jongste helft behoorde. Stemmige liedjes als ‘As de liefde mar blef winnen’ werden tot twee keer toe ruw verstoord door “GPS-signaal verloren”. De hoogbejaarde mevrouw een rij voor ons schrok en probeerde haar smartphone tot zwijgen te brengen. Ik moest meteen aan André van Duin denken die in de MAX-promotiefilm een eierwekker uiteindelijk kapot laat vallen om van het geluid af te zijn. Daniël glimlachte minzaam en speelde onverstoord verder. Hij praatte de nummers aan elkaar en vertelde het publiek dat hij de uitdrukking ‘Prijs de dag!’ zo mooi vindt maar dat Drenten hier altijd op laten volgen ‘…niet voordat het avond is’. Om kwart voor tien -tijd voor een pauzedrankje dacht ik- was de voorstelling klaar en werden de artiesten getrakteerd op een staande ovatie. Dat is tegenwoordig gebruikelijk, ook als het om een matig optreden gaat. Maar in dit geval was het terecht. De vooraf bedachte toegift was een barok-meesterwerk van Händel. Na enkele minuten begon Daniël voorzichtig mee te zingen: “ ’k trap de fietse deur ’t buulzand hen, op ’n zandpad tussen Slien en Erm en as ik dalijk eben in Diphoorn ben dan fiets ik deur”, en bij het refrein haakte het publiek massaal in met “Wie döt mij wat, wie döt mij wat, wie döt mij wat vandage”.

Het publiek ging daarna tevreden naar huis en het thema voor onze KNSB-wedstrijd van de volgende dag was mij op een presenteerblaadje aangereikt.

Alsof iedereen dit thema had geïnternaliseerd, verliep de wedstrijd van Spassky’s tegen de sympathieke tegenstanders van ENO (Ernst, Nut en Ontspanning) uit Nijverdal zeer gesmeerd.

Janski (Henk Jansen) was als eerste klaar. Een goed opgezette opening tegen Jelle Beintema leverde voordeel op maar even later werd tot remise besloten. (½-½)

Erik Hoeksema speelde weer een sterke partij. Zelf heeft hij af en toe kritiek op zijn eigen spel, vooral na de database-instructies van Robert Leenes. Dat zijn leerzame lessen, waarbij de Spassken worden ingevoerd in database-gebruik bij de voorbereiding op tegenstanders. Bij het invoeren van oude partijen ziet Erik dat zijn zetten lang niet altijd de beste zijn maar toch vaak goed genoeg om de tegenstander te verslaan. Zo ook tegen Etien Alssema.

Stelling na 30.e6+

Zwart had hier 30…Kf8 moeten spelen, waarna de engines de stelling gelijk vinden. Hij speelde 30…Kf6?? en verloor na 31.c4 Dh6 32.Dc3+ Kg6 33.Tg1+ Kh7 34.Tg5 1-0 (½-1½)

Mijn eigen partij tegen Matthew Johnson Temisaren verliep zeer voorspoedig (Wie döt mie wat vandage). Mijn tegenstander speelde heel snel en daardoor miste hij af en toe een finesse.

Stelling na 32…Lxe3

Wit moest direct terugnemen op e3 maar ook dan heeft zwart groot voordeel.

Nu volgde 33.Lxd3 Lf4+ 34.g3 cxd3 35.Txd3 Txd3 36.Dxd3 Td8 37.De2 Lg5 en zwart blijft een stuk voor. (½-2½)

Michael Riemens was door tactisch gehutsel op bord 6 beland en speelde daar tegen Niels Voortman. De eerste tien zetten ging de partij gelijk op maar daarna stortte de witte stelling snel in. (½-3½)

Roelof Kroon speelde een degelijke partij tegen Thijs Kampman. Hij probeerde een klein voordeel uit te bouwen maar berustte uiteindelijk in remise. (1-4)

Maurits Logtmijer won met zwart overtuigend van Dennie Klink. De opening leverde voordeel op en Maurits voerde de partij bekwaam tot winst. (1-5)

Evert Janse speelde een mooie aanvalspartij tegen Guy Bielderman.

Stelling na 14…Lxe7

15.Lxa6! bxa6 16.Da8+ (ook 16.Dxe7 is winnend) Kc7 17.Da7+ Kc8 18.Txd7 Txd7 19.Da8+ Kc7 20.Dxh8 en wit won. (1-6)

Als laatste was Menno Van’t Veld bezig tegen Johan Op den Dries. Hij hield heel lang stand in het toreneindspel.

Stelling na 55…Ke5

Menno speelde het verliezende 56.Ta6 maar had met de studieachtige zet 56.Td6 het evenwicht kunnen bewaren. (2-6)

Een mooie overwinning, waarmee Spassky’s na het verlies van Lasker aan de leiding gaat in 3A.

‘k zol haost zeggen, jao het mag wel zo!

Uiteraard was er een derde helft! We hadden gereserveerd bij het Chinese restaurant Dynasty in Nijverdal. Bij binnenkomst werden we streng toegesproken door mevrouw Carrington: “Jassen aan de kapstok”. We gehoorzaamden gedwee, want we begrepen wel dat je in een verder leeg restaurant geen jassen aan je stoel kunt hangen. Nadat we plaatsgenomen hadden vroeg dochter Fallon Carrington of we alvast iets wilden drinken. Toen Michael daarop zei dat hij eerst de kaart wilde zien, wisten we dat het met de sfeer in het restaurant niet meer goed zou komen. Het eten was daarentegen van goede kwaliteit, volgens Henk wel vier of vijf keer zo goed als bij de Groningse Chinees laatst. Maar daar was de sfeer van uitzonderlijk vermakelijk niveau.

Michael stelde voor om het openbaar maken van de archieven met informatie over Nederlandse oorlogsmisdadigers uit de tweede wereldoorlog als thema voor dit verslag te nemen. Dit thema heeft het nu niet gehaald maar het had gekund. Onderweg had Roelof ons verteld over Kamp Erika in Ommen, het meest mortale van de Nederlandse kampen in de tweede wereldoorlog. Na de oorlog bleven enkele Nederlandse beulen in Ommen wonen en konden beulen en gedetineerden elkaar tegenkomen. Van beide zijden werd er het zwijgen toe gedaan. Aan Michael de eer om als gewaardeerd historicus het deksel van deze beerput te lichten.

Joop Houtman