Zowel de prestaties als de verslagen van de Spassky’s zitten wat in het slop. Is het het ouder worden? Bij het laatste Spasskyweekend was het aantal leesbrillen opnieuw explosief gegroeid. De teamleider neemt maatregelen en legde gisteren vast enkele verslaggevers voor de rest van het seizoen vast. Zo zullen we in maart over ons wel en wee tegen Schaakwoude geïnformeerd worden door Janski, zo is door hem beloofd, en na afloop van de match tegen LOS is Joop de…. enfin. (Dan maakt Joop wat, zegde hij toe.)
De eerste jaren na onze aankomst in de KNSB, we spreken over ruim 12 jaar geleden, ging alles min of meer vanzelf. Zowel het schaken als schrijven, zeker als ik naar mezelf kijk. Ik heb altijd een energieverslindende stijl gehad in beide en nu zowaar Abraham eraan lijkt zitten te komen in dit kalenderjaar neemt de souplesse toch gestaag af, zeker na een volle werkweek.
Voor een kleine verwijzing naar deze promotie naar de landelijke competitie, die toen nog maar tot en met de derde klasse liep, zorgde overigens Maurits op deze dag, door out of the blue de kampioensschaal mee te nemen. Geen idee waar hij na afloop is gebleven, ik meen dat hij bij Janski in de tas verdween. Laat dat net de aangewezen scribent voor de volgende ronde zijn, mooie congruentie.
Het ontbreken van een verslag over een KNSB-wedstrijd, zoals na de vorige ronde, kent overigens één precedent, maar dat is wel onvervalste Spassky-historie geworden. Jan Joris Groenewold, al tweemaal lid geweest, bleef tweemaal ook in gebreke. De eerste keer moest hij voor straf de ronde erna weer een verslag leveren, wat na weken van oorverdovende stilte op de vooravond van alweer een nieuwe KNSB-ronde -was het om een derde strafexpeditie voor te zijn?- leidde tot een nogal ’taalverdicht’ epistel; een hilarisch dubbelverslag waarin de namen van alle tegenstanders onnavolgbaar vermengd en verhaspeld waren, als ook de beide matches. Dit postmoderne pareltje kwam, zoals wel bekend intussen, niet door de censuur.
Laat juist deze persoon ons vandaag, compleet met de rest van zijn piratenteam, te hebben opgezocht, naar verluidt eenmalig, door uit te wijken naar het Denksportcentrum. Ik kon niet nalaten te informeren of men er wellicht op de Hereweg uitgegooid was. Maar alweer: mooie congruentie.
Terug naar mijn mijmeringen over verval. De wijze waarop de punten tegenwoordig naar de overkant gaan, geven niet zozeer blijk van teruglopende kennis als wel van afgenomen alertheid dan wel hardheid. Om maar weer eens bij mijzelf te beginnen, en toevallig betreft dit ook bord 1 (vroeger mijn vaste bord, maar dat al jaren niet meer): Stelling vóór de 40e zet tegen Van Wageningen:
Intussen weet ik dat er na 40…Kc5 nog niets beslist is. Maar ik moest snel kiezen en koos verkeerd: 40…Pd3+?? Wit kan een driehoekje lopen en eeuwig schaak wordt het niet. Na Kf1 restte mij weinig anders dan nog een drietal zéér zinloze zetten. 1-0.
Good old Joop dan op twee? Kon hij laten zien dat ouderdom geen beletsel hoeft te zijn voor een gevecht op leven en dood, van man tot man, om worstelend maar zegevierend boven te komen? Zijn eigen conclusie luidde: “Weinig strijd helaas”. Daar was geen woord Frans bij, 17 zetten theorie van het Schots en de handen geschud tegen een andere KNSB-oudgediende, Van der Veen. Ook Joop heeft veel aan zijn hoofd momenteel en heeft nu een verslag beloofd voor de laatste ronde, waar hij aanvankelijk over volgend jaar (of was het de pruimentijd) begon.
Snel naar Drie(s). Sommige andere zaken soms minder, maar op de een of andere manier heeft Dries zijn energiehuishouding nog steeds op orde. Tegen de sterkste Hardenberger Mijnheer keepte hij bekwaam naar remise.
Slotstelling.
Op vier Roelof. Ook hij had een drukke week in de benen, waaraan onverwacht op donderdagavond nog even een festijn werd toegevoegd. Geweldig natuurlijk en zeer verdiend ook. Een pleister op de wonde van een voor Roelofs doen iets mindere partij, waarbij hij pas op zijn gebruikelijk niveau begon te spelen toen het te laat was…met drie pionnen minder dreef hij zijn tegenstander nog zichtbaar tot vertwijfeling met zijn taaie tegenspel. Zijn eigen commentaar: “Misschien neem ik de term schaakvrijwilliger te letterlijk door vrijwillig punten af te staan.” Dat sloeg op het eerste deel van zijn partij dus.
Op vijf broer Jan, in plaats van Jan P, die vandaag na vele jaren (we speelden nog Nosbo) een halfbroer weer terug kon zien op een familiereünie. Pluim voor Jan! Remise tegen een sterke tegenstander, Slingerland. Volgens de engine miste zij één kansje.
Hier vindt de rekenmachine 20 c5 xc5 21 d6 heel sterk. Jans tegenstander miste deze verborgen optie en haar voordeel verwaterde langzaam.
Maurits op zes volgde Joop als ik zijn mail goed interpreteer: “Een scherpe variant van het Scandinavisch die mijn tegenstander goed kende, gezien zijn snelle spel. Ik koos een variant waarin hij eeuwig schaak kon geven, wat hij dan ook deed.”. Ook hier louter theorie.
Op het zevende bord onze tweede invaller en weer een enorme pluim. Rolf maakte het spel en boekte een solide remise tegen Van der Meulen.
Slotstelling: zwart staat ietsje beter.
Op acht ten slotte iemand die door allerlei omstandigheden al de nodige wedstrijden had gemist. De vrees bestond dat een gebrek aan wedstrijdritme hem parten zou gaan spelen, maar niets bleek minder waar. Janski greep zijn op papier veel sterkere tegenstander Hendriks naar de keel, won een pion en heeft waarschijnlijk ergens de winst gemist, misschien wel hier:
Hier had Janski voortgang kunnen boeken in het te gelde maken van zijn pluspion door 42. e4 te spelen.
We aten bij Sims en ook dat werd onbedoeld een verwijzing naar vervlogen tijden: toen wij in de promotieklasse speelden, aten wij hier vaak, meestal dan voorafgaand aan een Nosbowedstrijd.
Positief vandaag waren de invalbeurten, of eigenlijk de lagere borden in het algemeen. Zij scoorden boven verwachting…….maar wie keert het verval?
….Echter, zoals de Klaagliederen van de Joodse Schriftgeleerden niet mochten eindigen met een jammerklacht, meldt na afronding van dit epistel Jan Kroon, dominee van professie, zich nog met een andere analyse, positiever dan de mijne. Hij vervangt ‘verval’ om te beginnen door ‘ziek’…. Veel minder definitief! Het leidt er toe dat een verslagloze match tegen ZSG opgevolgd wordt door een dubbelverslag….Wanneer zagen we dat eerder? Alweer een congruentie.
Ziek
De website dokter.nl begint met een blijde boodschap. Sporten is gezond, want het verbetert de kwaliteit van je leven en het helpt preventief tegen overgewicht. Vandaar dus dat ik al jaren schaak! Schaken is immers sport en dus heel gezond! Helaas was daar niet zoveel van te merken bij de Spassky’s in de dagen voorafgaand aan de wedstrijd tegen Qonnected Hardenberg. De ervaring dat je na een partij ziek kunt worden (van jezelf) is welbekend onder schakers (of zelfs tijdens de partij, vanwege een misselijkmakend slechte zet), maar wij hadden deze keer te kampen met ziekte vóór de wedstrijd. Enkele gewaardeerde krachten haakten af, een enkeling zelfs op het laatste moment. Gelukkig is er goed nieuws uit de ziekenboeg, want de rust op zaterdagmiddag bleek voor de afhakers heilzaam te werken en intussen zijn ze weer op de been en zelfs gesignaleerd in het Groninger uitgaansleven. De volgende keer zijn we dus weer op volle sterkte!
Maar tegen Hardenberg was dat nog niet het geval. Als reserve-reserve kreeg ik vrijdagavond te horen dat het wenselijk was dat ik zou meespelen, al was het maar om het bord niet onbezet te laten. Uiteraard was ik weer eens te laat, maar gelukkig slechts een paar minuten deze keer, en de gedachte dat ik een gezonde middag tegemoet zou gaan, stemde me extra vrolijk. Maurits zat naast me en vanuit mijn ooghoeken zag ik hoe hij in een scherpe stelling diep moest rekenen, terwijl zijn tegenstander zijn zetten a tempo speelde. Kwam dit wel goed? Maurits hield het hoofd echter koel en al binnen drie kwartier werd de vrede getekend. Achteraf bleek er een bekende variant van het Scandinavisch op het bord te zijn gekomen. De tegenstander van Maurits was hiervan goed op de hoogte. Met vaste hand koos hij voor een afwikkeling die naar eeuwig schaak leidde.
Ook Joop was snel klaar. Het leek er wel mooi uit te zien allemaal, maar zelf berustte Joop al snel in het onvermijdelijke, zoals je dat soms ook moet doen bij ziekte of malaise. Zijn bondige commentaar: weinig strijd helaas. Dat was in de vorige ronde overigens wel anders! Helaas is er toen geen verslag geschreven, vandaar dat ik het nu nog maar even aanhaal, opdat het niet vergeten wordt: in Zwolle vocht Joop als een leeuw om voor de Spassky’s een gelijkspel uit het vuur te slepen. Zijn dappere pogingen liepen toen uit op een lege dop, en nu had hij tenminste een half ei.
Van alle Spassken is Dries misschien wel de meest extraverte als het over gezondheid en ziekte gaat. Dit gaat overigens gepaard met een oprecht en trouw meeleven bij het wel en wee van ons allen, nog een reden waarom we hem op handen dragen. Zijn stelling leek een beetje wankel, maar per saldo was er toch niet zoveel aan de hand. Bijzonder hoe snel de partij in eindspelsferen terechtkwam, trouwens. Op het einde had Dries nog ongeveer een uur over, terwijl zijn tegenstander al aardig in de buurt van de 10 minuten kwam.
Ook Rolf viel in vanwege de kwakkelende gezondheid van enkele Spassken. Onze diagnose was tijdens zijn partij voortdurend zeer positief. Rolf had veel meer tijd, een groot overwicht op het bord, en ook kansen op een mooie koningsaanval, zo leek het. Rolf zelf na afloop: achteraf was 13…Tdf8x beter geweest dan het gespeelde Tgf8x Er waren dan meer kansen op een succesvolle aanval geweest. Niet gekozen dus voor die optie omdat ik d5 in de stelling wilde houden. Uiteindelijk moest ik mijn dame en paard weer terugtrekken naar het centrum en in de slotstelling stond het gelijk.
Zelf speelde ik een gemarginaliseerde opening, en tijdens de partij begreep ik steeds beter waarom deze zettenreeks door de wetenschap wordt afgeraden: het ziet er nogal ongezond uit. Ik kwam behoorlijk in de verdrukking en met een paar subtiele zetten had mijn tegenstander in elk geval materiaal kunnen winnen. Gelukkig voor mij ging ze recht op het doel af en wonderlijk genoeg kreeg ik juist daardoor de kans om een soort van verdedigingswal op te bouwen. In de slotstelling was de situatie weer in balans.
Vijf remises dus na ongeveer 3 uur spelen…dat kon nog spannend worden! Vooraf tekenden we voor een gelijkspel tegen de altijd fitte en vooral sterke Hardenbergers. De overgebleven borden lieten echter een wisselend beeld zien.
Henk speelde aan bord 1 een goede partij. Bescheiden als altijd zei hij zelf: Eigenlijk heb ik niet eens zo heel slecht gespeeld, maar dat geldt zeker ook voor mijn tegenstander. De 40e zet was verliezend. Met weinig tijd hoopte ik op eeuwig schaak maar dat was er niet.
Niet alleen Rolf en ik speelden tegen tegenstanders met een aanmerkelijk hogere rating, ook Janski moest het opnemen tegen een kanjer. Tijdens de partij was daar echter niet zoveel van te merken, integendeel. Henk speelde erg goed en wist zijn tegenstander in de problemen te brengen. Uiteindelijk eindigde de partij in remise, maar een zeer knappe prestatie.
De langste partij kwam tenslotte op naam van Roelof. Nog geen 48 uur geleden was hij in de bloemetjes gezet door de KNSB. Een bijzondere ervaring waar je natuurlijk wel even van moet kunnen herstellen. Bovendien had hij griep onder de leden…Niettemin ging hij er weer voor zitten en hoe ingewikkeld het allemaal was, begreep ik speciaal na ongeveer 2 ½ uur, toen ik langs het bord liep en zag dat beide spelers nog maar 10 zetjes hadden geproduceerd. Daar kwamen er later nog heel wat bij, maar vanwege een fout verloor Roelof materiaal en ondanks taai verweer was er geen kans meer op herstel en beterschap.
We staan vijfde nu. Voor handhaving is een keertje winnen nog wel nodig.
Verslag: Jan Kroon en Henk van Putten