Verhelderende inzichten

Toen de landelijke pers Mark Rutte vroeg naar zijn vertrek uit de Haagse politiek meldde hij dat hij een ‘epifaan moment’ had dat leidde tot het plotselinge besluit. Velen (ik ook) hebben toen opgezocht wat epifaan betekent. Het woord epifanie komt uit het Grieks en is een samenstelling van επι en φανεια, wat een samentrekking is van het voorzetsel ‘doorheen, door’ en het werkwoord ‘schijnen’. Dus iets ‘wat er doorheen schijnt’. In het woordenboek is de definitie – naast religieuze betekenis – ‘plotselinge (verwarrende) openbaring’, of ‘verhelderend inzicht’.

Epifanie is ook te koppelen aan schaken, zo blijkt uit het voorwoord van het tweede boek van Nick Maatman, ‘The Hidden Laws of Chess’. Bij schaken is, zeker met een engine erbij, al snel de bedoeling en de betekenis van een schaakzet van de sterkste spelers als Magnus Carlsen duidelijk. Iedere goede speler met een beetje strategisch inzicht, een goed rekenvermogen en wat kennis van openingen en eindspelen begrijpt het dan. Dat het de juiste zet in die stelling is schijnt er meteen doorheen. Echter: ‘Schaken is niet moeilijk omdat goede zetten moeilijk te vinden zijn. Schaken is moeilijk omdat slechte zetten ook uitstekend lijken en je ertoe wordt verleid om ze te spelen.’

Als Magnus een goede zet speelt begrijpt iedereen het. Maar als je zelf tijdens een partij moet kiezen tussen een paar alternatieven, dan hoop je op dat epifane moment dat je het begrijpt en daarom weet welke zet de juiste is.

Zo had Roelof in de partij tegen Floris Buijnsters geen verhelderend inzicht toen hij moest kiezen tussen een goede en een minder goede zet.

Kroon – Buijnsters, stelling na 11. ….. cxd4.

Slaan met paard of met pion? Roelof wilde met de pion slaan. Maar hier aangekomen kwam het moment dat ook Pxd4 goed leek. Want na 12. cxd4 Dc8 13. Kh2 kan Pa5 en er komt een sterk paard op c4. Dus kon Roelof de verleiding niet weerstaan om Pxd4 te spelen, waarna nog een veel sterker paard op c4 kan komen. Roelof: “Begrijp je het? Nu begrijp ik het, nu heb ik even het moment dat ik denk dat ik het begrijp… Tot mijn volgende partij…” Overigens won Roelof de partij wel overtuigend.

In de partij Sarink – Hoeksema viel het plots de kant van Erik op in de volgende stelling.

Sarink – Hoeksema, stelling na 42. Df2.

Erik speelde 42. …… h4 en nu zijn zowel a7 als Dxf7+ volkomen gelijk. De computer knippert vrolijk 0.00. Erik: “Sarink en ik – we hadden uiteraard geen enkel idee hoe het stond. Na 43. gxh4? Dd5 is het ineens +3 voor mij, ook dat had ik niet door achter het bord.” Met 44.Kh1? was het snel uit. Veel taaier was 44.Txe2 dxe2 45.Dxe2.

Erik: “Weer zo’n partij die aantoont dat het spel veel te moeilijk is voor een gewone sterveling. Wat heb ik veel gerekend, wat heb ik veel gezien maar vooral toch: wat heb ik weer verschrikkelijk veel niet gezien!”

Michael speelde een strakke pot schaak tegen Alvin Jutba. In het vroege middenspel verkreeg hij voordeel dat hij uitbouwde naar twee pionnen. Een daarvan, de d-pion, nam een kijkje in de witte stelling tot aan het promotieveld. Dat was meteen einde partij en winst voor Michael.

Robert speelde volgens eigen zeggen een ‘remise-niemendalletje tegen Peter Mijnheer’. Stockfish taxeert het hele partijverloop tussen +0,27 en -0,16. De slotstelling taxeert Stockfish als -0,10.

Robert: “Zo ‘voelde’ het achter het bord ook ongeveer, al kan ik dat geenszins met concrete varianten of iets dergelijks onderbouwen. Het resultaat telt natuurlijk, en daar ben ik dik tevreden mee!”

Henk van Putten (Putski) meldde een verhelderend inzicht dat je ook op je ‘oude schaakdag’ nog in een openingsval kunt trappen. Achter het bord miste hij in ieder geval het verhelderend inzicht voor de goede zet.

Matthias Kruimer offerde een pion en een kwaliteit voor een loper. Oeps, de loper had een paard moeten zijn. Die loper was nodig geweest om een schaak met Da4 van Matthias te pareren.

Het gewonnen materiaal en de stelling kon ingeleverd worden bij Kruimer. Putski redde het nog tot de tijdcontrole maar verloor.

Menno speelde een goede partij en won overtuigend. Toch had het geheel anders kunnen aflopen, en daar kwam geen inzicht aan te pas.

Van ’t Veld – Husers, stelling na 15. …. exd4

Menno: “Op zet 16 zat ik een poosje te twijfelen over 16. Dd3 (de zet die ik speelde) en 16. e5. De pionzet lijkt op het eerste gezicht misschien wat directer, wat ambitieuzer, maar aangezien ik daarmee toch nog geen exf6 dreig wegens de penning, moet mijn dame waarschijnlijk alsnog een keer naar een ander veld, en dan voelt de pionopmars wat prematuur. Totaal gemist dat 16. e5?? gewoon faalt op 16…Txe5! Gelukkig kies je op basis van bijzaken wel eens bij toeval de juiste zet.”

Henk Jansen (Janski) speelde op bord 8 tegen Egbert Gorter. De hele partij was in evenwicht. Tot zet 34….

Jansen – Gorter, stelling na 34. a4!

Janski: “Nu zijn 34. …… Ld8 of a5 volkomen gelijk. Maar Egbert speelde Kg6? Dat blijkt (te laat) op slag te verliezen. Ik zag in deze stelling dat de koning niet via e3 naar binnen kan vanwege Lc5. Maar na  35. Pd3 (wat ik speelde) en a5 kan 36. Ke3 wel en wandelt de koning naar binnen met winst. Het paard bestrijkt immers ook c5. Dat laatste zag ik dus niet en speelde het nutteloze 36. b3. Na Ld8 was deze winstkans verkeken.” Het werd remise.

Het verhelderend inzicht kwam pas de volgende dag, met Stockfish, beetje laat…..

Joop heeft een openingswitch gemaakt na 54 actieve schaakjaren en dat bevat hem uitstekend. Na de opening had hij licht voordeel en bouwde dat verder uit. Op zet 29 besloot Wildschut tot een kansloos stukoffer. Joop incasseerde het stuk en won.

Joop: “Voor de wedstrijd kwam Wim Krijnen naar mij toe om een gegraveerde pen van een 25-jarig lidmaatschap van Schaakclub Groningen aan mij te overhandigen. Het jubileummoment was uiteraard 1995 of 2000, afhankelijk van of je rekent vanaf het eerste moment van lidmaatschap (1970) of het moment van onafgebroken lidmaatschap (1975). Feit was dat ik de gegraveerde pen nog niet eerder had ontvangen.

Ik probeerde de pen direct uit en hij bleek het niet te doen. Hij lag waarschijnlijk al een tijdje opgeslagen bij de inmiddels gefuseerde schaakvereniging. Ik zei tegen Menno dat ik een nieuwe vulling zou kopen en dat het geen probleem is dat hij het niet doet, want een gegeven paard mag je niet in de bek kijken.

Vervolgens speelden we onze wedstrijd tegen Almelo, met de inmiddels bekende afloop. Vandaag trof mij opeens de overeenkomst tussen wat ik voor de wedstrijd over de pen zei en de uiteindelijk beslissende gebeurtenis in mijn partij, namelijk het moment dat ik een paard in de schoot geworpen kreeg.

Toeval…bestaat niet.”

Na deze ruime uitslag fietsten we naar de Oosterpoort naar Italiaans restaurant Olivier la Mensa. Daar was het een volle bak, erg gezellig, en smaakten de pizza’s weer uitstekend. We komen er zeker terug!

De volgende ronde spelen we uit tegen Sneek. Ik zoek alvast een leuk restaurant uit.

Waldorf (in coproductie met Roelof en de andere Spassken)