Ouder worden

Tijdens de wedstrijd Spassky’s – Groninger Combinatie 2 heb ik een vervreemdende ervaring. Ik kijk de tegenstander van Jan Postma op zijn rug en weet even niet wie het is. Dat vind ik raar, omdat ik, op een enkele buitenlander na, iedereen in de hogere GC-teams wel denk te kennen, de meeste zelfs persoonlijk. En deze speler lijkt geen buitenlander. Als hij opstaat en een leesbril afzet, herken ik hem weer, het is Jan Baljé!

Jan Baljé met wie ik in 1989 nog jeugdtraining volgde thuis bij (toentertijd) hoofdklasser Cristofoor Baljon, vanmiddag ook in de zaal aanwezig. We ontdekten een messcherp nieuwtje in het Frans, dat Christofoor ging proberen te verkopen aan New In Chess. Nooit meer gehoord of dat wat geworden is, laat staan mogen delen in de opbrengsten. Maar laat ik hem er nu niet om storen, in diep gepeins als hij is verzonken tegen Erwin Heijnen van HSP- Veendam, namens het derde team van Groninger Combinatie.

Vandaag is het debuut van de Spassky’s in de tweede klasse en Spassky’s – Groninger Combinatie 2 is een om meerdere redenen bijzondere wedstrijd. Aan onze kant spelen maar liefst zeven spelers met een SC-Groningen-verleden mee, van wie er zes ooit in het 2e hebben gespeeld, vijf hier weer van in het basisteam. Menno is de dissonant wat betreft SC Groningen-verleden, Janski wat betreft een Groningen 2-verleden. Maurits de speler die, als mijn geheugen me niet bedriegt, degene die alleen als invaller in Groningen 2 heeft gespeeld.

Een kleine geschiedenisles

Of alle jeugdige spelers dit nog weten betwijfel ik, dat worden er volgens mij ieder jaar minder, maar vroeger had je twee grote clubs in de stad Groningen: (het zoals de boeken willen: Christelijke) Unitas en (het meer profane) SC Groningen. Hieruit kwam in 2015 de fusieclub Groninger Combinatie voort, nadat hun KNSB-teams al drie jaar lang werden gecombineerd. Voor de nieuwe naam werd indertijd nog een ledenraadpleging gedaan. Mijn suggestie MatinStad (men hore hier een fraaie echo in: Martinistad) haalde helaas zelfs de shortlist niet van toenmalig voorzitter van SC Groningen Wim Krijnen, die alle inzendingen naar verluidt in een eenkoppige commissievergadering beoordeeld heeft. Nu vond ik Groninger Combinatie ook weer niet per se een heel slechte naam, maar origineel is wel anders. De toetsencombinatie Control F’+ ‘combinatie’ op de uitslagenpagina van de KNSB geeft 25 hits, waar GC maar zes KNSB teams telt.

Nog een historisch feitje: voor SC Groningen 2 maakte ik zelf mijn KNSB-debuut, op 16 september 1989 was dat in Arnhem, 5-5 werd het. Ik verloor helaas door een mislukt loperoffer op b2. Vandaag, 33 jaar later, mis ik op bord 3 een mat in 3 op b2.

En er was nog meer geschiedenis: in het welkomstwoordje van wedstrijdleider Dries worden wij Voormalig Groningen Alias Spassky’s gedoopt, VGAS, te verbasteren naar ‘van het gas af’. Dit gaat naadloos over in een ander wapenfeit: een van de oud-Groningen-spelers in ons team blijkt al vijftig jaar lid van de schaakbond! Dat is onze Joop en voor hem is de gouden speld aangevraagd. Een halve eeuw al schaker. Voor de Spassky’s scoorde Joop tot nu toe vooral halfjes ook, maar dat is nu klaar, maakte Joop vandaag ondubbelzinnig aan ons duidelijk.

De match

Groninger Combinatie 2 is vorig jaar gedegradeerd en nu een van de sterkste teams in onze klasse. Het permitteerde zich de luxe twee sterke spelers te laten rondlopen, zonder dat deze een stuk verzetten. Daan Noordenbos en Peter Hulshof, beide aanwezig, stonden niet in de opstelling vandaag. De selectie is verbreed. Er kwam een Hongaarse meester aanwaaien dankzij zijn keuze voor een studie aan de RUG en Erik Hoeksema liet zich vrijwillig terugvallen. Het behoeft geen betoog dat dit geen verzwakkingen zijn. Met zijn mooie verslag was Erik mij ruim vóór, net als met de beëindiging van zijn partij vanmiddag: navenant sneller dan ik.

Hieraan vooral wat schaaktechnische toevoegingen:

Op bord 1 twee oude vrienden tegen elkaar. Michael schreef zijn eigen relaas. Een keurige remise tegen een IM, we hadden er vooraf uiteraard blind voor getekend.

Op bord 2 de al genoemde 19-jarige Hongaarse FIDE meester, die Everts huiswapen mocht proberen te weerleggen.

25…Dh2! Evert zet hier een uitroepteken, omdat hij dacht dat het de winnende was. Er dreigt uiteraard Txf3 en Dh1 schaak. In plaats van deze negatieve gedachte had hij achteraf toch even verder willen kijken dan die neus lang is. Na het pakken op van de dame op f3, hangt de toren op h8 nog! Dus rustig 26. b3 had gekund. Evert offerde echter zijn loper met 26. Lxc6 bxc6, 27. Dd7 en toen was 27. …Dd6 een afdoende tegenzet. De laatste zeven zetten wil hij een ieder die dit onder ogen krijgt besparen.

Op bord 3 nam ik het op tegen Loek van der Hagen. Een scherpe Najdorf waarin wit bij de overgang van opening naar middenspel een paardoffer op d5 niet aandurfde, maar het wel al snel op de koningsvleugel begon te stormen. Het type partij dat je duizend doden sterft, maar het allemaal toch net past; inclusief wandelkoning op e5.

Stelling na 27 f5?! Mijn reactie 27..De5 zag Loek te laat. Met 28 Dxb4 greep hij de beste praktische kans: 28…Dxg3 29 Db8 Td7 30 fxe6 Kxe6 (30…Df3!; computerzet) 31 De8+ Td7 32 Dc8+ Ke5

Loek vervolgde met 33 Dxa6. Iets lastiger was 33 Tf1 te verdedigen geweest. Even later staat het zo:

Zwart zet mat in 3. Het sleutelveld is eerder in dit verslag genoemd. Ik deed twintig zetten langer over de winst.

Op bord 4 Jubilaris Joop. Joop laat weten: “Mijn tegenstander Dries Wedda van amper twintig jaar zal mogelijk (terecht) gedacht hebben dat hij een schaakdinosaurus tegenover zich had. De partij begon rustig en positioneel en ik bouwde, mede door de creatieve verdediging van Dries een klein plusje op. Interessant is het moment na 13.Pd5 Pd7 14.Lc3.


Na 14…Lxd5 had ik 2 mogelijkheden om terug te slaan. 15.exd5 met druk op e7 of het gespeelde 15.cxd5 met de bedoeling om met de open c-lijn initiatief te ontwikkelen. 15…Pb4 16.Lxg7 Kxg7 17.a3 Pa6 18.Txc8 Dxc8 19.Tc1 Dd8 20.Lxa6

Hier heeft zwart een lastige keuze: met de toren nemen of met de pion. 20…Txa6 was beter geweest, ook omdat zwart via Db6 weer zijn stukken kan activeren.
20.. xa6 21.Tc6 Kg8 22. Dc3 Pc5 23.e5! a4 24.Pd2 Tc8

25.Txc8 Dxc8 26.Pe4 Df5
Ik hoorde later van onze Dries dat mijn tegenstander na deze zet opveerde en dacht dat de remise binnen handbereik lag.
27.Pxc5 dxc5 28.d6 exd6 29.exd6 met uiteindelijk een winnende vrijpion. Op Dd5 volgt 30.Df6.

Tot zover de punten

Bij het duel der Jannen op vijf leek me het evenwicht lang niet verstoord, maar zoals je vaak ziet in een vierde speeluur gaf toch het ratingsurplus van Jan Baljé de doorslag. Jan Postma appt nog dat hij langzaam werd weggedrukt nadat hij verzuimde dames te ruilen.

Op bord 6 leek het er lang goed uit te zien voor onze Menno, hij staat een kwaliteit voor die zijn tegenstander Simon Elgersma uit nood leek te hebben geofferd. Achteraf bleken beide spelers voortdurend op winst te hebben gespeeld, van wie Menno te lang.

Hier offerde Elgersma een kwaliteit met 21…Txe3!?

Hier was 35. Teh1 een van de remisekansen die Menno miste in deze partij. De verstopte variant is dan 35…Kf8. 36 Th8+ Ke7?? 37 Te1+ en mat!

Aan het zevende bord ging Maurits tegen Alef Boer op zet 40 door zijn vlag:

Wits stelling is uiteraard kansrijk, maar na 40…Tb8 had er nog gevochten kunnen worden denk ik

Janski op 8, text: ‘een summiere bijdrage, wat heb ik vreselijk beroerd gespeeld’. Toch bleek hij minder slecht te hebben gestaan dan hij inschatte tegen Adrian Clemens.

15 Dxd8 Tfxd8 En vanaf dit moment is Henk geen kamikazepiloot zoals Erik stelt. Die valt ten minste nog aan. Janski pleegt harakiri volgens de best oud-Japanse tradities. Dat begint met 16 Lc3? Td3 17 b4?. De mantel der liefde bedekt de tweede helft van deze partij.

Resumé

2½-5½, het was in de buurt van de verwachtingen. Dries berekende dat 4-4 ook had gekund, wat een stunt zou zijn geweest, het had er erg voor mee moeten zitten voor ons.

Uit betrouwbare bron vernam ik nog dat er een jeugdspeler was die het leuk had gevonden dat er zo’n groot portret van Bobby Fischer prijkte op de tafel van de wedstrijdleider, maar: wie was toch die figuur ernaast?, had hij zich steeds afgevraagd…

Bij het verlaten van Taj Mahal, een van onze stamrestaurantjes, legt Evert mij uit wat mouches volantes zijn: vliegjes die voortdurend in je blikveld blijven zitten. In eerste instantie had hij geprobeerd ze van zijn leesbril te poetsen, maar dat is kansloos; ze zitten in het oogvocht. En ze komen door ouderdom.

Putski