Hoe Boris Spassky een minuut stilte kreeg in Sneek

Dat Sneek en Spassky’s vorige week zaterdag voorafgaand aan hun KNSB-wedstrijd een minuut stilte hielden voor de eind februari overleden Boris Spassky lijkt niet meer dan logisch. Maar wiens idee was het nou eigenlijk? We sturen de legendarische schaakdetective Poon Bishop op onderzoek uit.

Door Poon Bishop

Een eikenhouten kop en een daklederen tong. Tuin ik er toch iedere keer weer in. En die telefoon maar rinkelen. Als de klepel van een bellenwekker die, geposteerd in het midden van mijn schedel, beurtelings links en rechts tegen mijn slapen beukt. “Goedemorgen, Bishop Investigations.”

Ik heb nauwelijks nog stem over. Die ligt op de bodem van mijn laatste glas.

“Mja. In Sneek zei je? En wie zei je? (…) “Spassky’s? Wat is dat nou voor naam?” (…) “Wat? Eén minuut maar? Wie bedenkt dat nou: één minuut stilte voor een schaakwedstrijd waar het urenlang achtereen stil is? (…) “Oh, is dat het punt niet. Waar gaat het dan wel om? (…) “Niemand weet wie die minuut stilte bedacht heeft en toch is die gehouden? En jij wilt dat ik uitzoek hoe dat zo is gekomen?”

***

Altijd hetzelfde liedje. Men heeft een schaakprobleem en dan schijnen ze met een zoeklicht de hemel in om Batman op te roepen. Poon Bishop, private investigator, de batman ter zake, kan weer komen opdraven.

Kater of niet, commissioner Gordon heeft me nodig dus heb ik maar in actie te komen.

De feiten. Sneek-Spassky’s, 8 maart 2025, zevende ronde KNSB-competitie Klasse 3A. De wedstrijd begint om 12.00 uur met het in acht nemen van een minuut stilte ter nagedachtenis van Boris Spassky, de eind februari overleden oud-wereldkampioen. Op zich niks aan de hand. De Spassky’s, die altijd een foto van Boris Spassky schijnen mee te tronen naar uitwedstrijden, hebben zich immers naar de Rus vernoemd, dus lijkt een minuut stilte logisch.

Maar zo simpel zit het niet in elkaar. Want wie nu eigenlijk de initiatiefnemer van het eerbetoon is geweest, dat is in nevelen gehuld. Enter Poon Bishop, schaakdetective met een stampende koppijn en een droge mond.

***

Het wedstrijdverslag van die bewuste match op de website van De Spassky’s – overigens vol zeer onderhoudende en uitstekend geschreven artikelen – werpt alleen maar vraagtekens op. Derdebordspeler Henk van Putten schrijft: ‘Onze naamgever is niet meer. Vrijwel gelijk na het bekend worden ontstonden er ideeën om aandacht aan zijn heengaan te besteden; een I.M. op de website, spelen met rouwbanden in Sneek. Zelfs een rouwadvertentie in de Volkskrant is geopperd; ludiek, maar letterlijk een dure grap. Uiteindelijk werd het een minuut stilte voorafgaand aan de match tegen Sneek. Wie dit precies bedacht had en of, en zo ja hoe, dit met de teamleider van Sneek werd afgestemd weet ik nog steeds niet. Ik ving op dat zij het ook uit de krant vernomen zouden hebben.’

Hm. Wie het bedacht heeft en of het afgestemd is met het team van Sneek weet Van Putten niet.

Eerst maar eens de eerstebordspeler van Sneek bellen. Selwin Keuning, regerend Fries kampioen bovendien, zegt dat ze in het Friesch Dagblad hadden gelezen dat er een minuut stilte gehouden zou worden, dus dat ze dat maar hebben gedaan. Een fotootje van een kort bericht uit de krant van 3 maart was naar hem doorgeappt door grootmeester Dolf Wissmann, regerend Nederlands kampioen oplosschaak bovendien.

Wissmann bellen. “Wat een toeval dat u nou precies om zestien minuten voor vijf belt! Met wie spreek ik?”

“Poon Bishop, schaakdetective. U schijnt een foto van een krantenknipsel inzake een minuut stilte voor Boris Spassky doorgeappt te hebben aan Selwin Keuning.”

“Klopt! Het telde precies 111 woorden, inclusief kop en bovenkop, en dan tel ik samengestelde woorden met een koppelteken ertussen als één woord, behalve Sneek-Spassky’s, want dat zijn op de keper beschouwd twee woorden en anders zouden het 110 woorden zijn en dus niet 111.”

“Had u dat fotootje zelf gemaakt of had u het op uw beurt van iemand anders gekregen?”

“Het fotootje werd mij geappt door Wiebe Fraanje, niet te verwarren met Wybe Fraanje, of eigenlijk wel te verwarren met Wiebe, of eeeh, Wybe, eeeh, nou ja. Hij werkt bij het Friesch Dagblad en ik verdenk hem ervan dat hij het berichtje zelf heeft geschreven, want buiten hem is er niemand daar die over schaken schrijft.”

“Dat heb ik ook steeds. Iedereen zegt altijd Poon Bishop, omdat ik een Engelse achternaam heb, denk ik. Maar ik heet gewoon Poon. Maar goed. Ik zal hem eens benaderen.”

“U zou ook nog Roelof Kroon van Spassky’s kunnen vragen”, zegt Wissmann nog net voor hij het telefoongesprek abrupt beëindigt. We hebben vier minuten en 44 seconden gesproken, blijkt als ik in de loggegevens van mijn telefoon kijk.

***

Roelof Kroon blijkt met zijn gezin zijn 25-jarig huwelijksjubileum aan het vieren te zijn in Florence, dus die heeft allesbehalve schaakonderzoeksvragen aan zijn hoofd. Wiebe Fraanje dus maar mailen.

Hij mailt me weldra terug. ‘Geachte heer Poon Bishop. Het was vrijdag 28 februari. Benno de Jongh aan de app. We wisselen wat journalistieke tips uit. Maar dan heeft hij nóg een tip voor het Friesch Dagblad, want schaken is nooit ver weg. Benno is tweevoudig Nederlands kampioen der journalisten. In januari hebben we elkaar weer getroffen op het jaarlijkse NK in Wijk aan Zee, een bijtoernooi van Tata Steel. De nachten zijn daar kort en Café De Zon verdient een vermogen aan ons, maar dat terzijde.

‘Naar aanleiding van het overlijden van Boris Spassky gaan De Spassky’s, een schaakteam uit Groningen, voorafgaand aan de uitwedstrijd in Sneek een minuut stilte houden’, appt Benno. Ik app meteen terug dat ik er een kortje van maak voor de krant.

Op 3 maart haalt het de krant. Ik maak er een fotootje van en app het aan Benno en ook aan Dolf Wissmann, want met hem had ik al heel wat geappt over Spassky. Dolf vindt opmerkelijkheden in het schaken overigens altijd leuk om te weten. Ook getalstoevalligheden hebben zijn belangstelling, had u dat al gemerkt?

Succes met uw speurwerk en met vriendelijke groet.’

***

Benno de Jongh tipte dus het Friesch Dagblad. Maar hoe kwam hij er dan bij als De Spassky’s zelf voor een verrassing kwamen te staan op die achtste maart? Benno maar even appen.

‘Dag Benno, Poon Bishop hier, schaakdetective. Jij had Wiebe Fraanje van het Friesch Dagblad getipt dat er een minuut stilte gehouden zou worden, en dat is ook gebeurd, maar alleen omdat ze in de krant hadden gelezen dat ze het zouden gaan doen.’

Benno: ‘Haha. Life imitating the news.’

‘Hoe was jij erbij gekomen?’

Evert Janse stuurde me het volgende appje op mijn vraag of Spassky’s nog iets zou doen aan zijn overlijden: ‘Ja, wellicht minuut stilte in Sneek op 8 maart.’ Vandaar dus.’

‘Is dat degene die Janski genoemd wordt in het verslag?”

‘Nee, dat is Henk Jansen. Denk ik.’

Het net sluit zich. ‘Geachte heer Evert Janse. Benno de Jongh vertelde me dat hij van u had vernomen dat er een minuut stilte zou worden gehouden. Klopt dat?’

Evert Janse: ‘Allerlei alternatieven om Boris Spassky te eren zijn de revue gepasseerd. Mijn reconstructie van De Minuut Stilte: Op 27 februari, de dag van Spassky’s overlijden, heb ik de minuut stilte voorgesteld in de app van de Spassky’s. Daar is toen niet op gereageerd. In mijn contact met Benno had ik het dan ook over ‘wellicht een minuut stilte’. Via hem kwam het in de krant en toen konden we er niet onderuit.’

***

“Commisioner Gordon, ik heb de queeste voltooid. De conclusie: Evert Janse heeft De Minuut bedacht en het terloops aan Benno de Jongh gemeld. Die tipte Wiebe Fraanje, die er een bericht van maakte in het Friesch Dagblad. Dolf Wissmann heeft dat bericht doorgestuurd naar Selwin Keuning, waarna niemand er meer onderuit kon.”

“Poon, bedankt weer! We kunnen jou altijd om een boodschap sturen. Neem er maar eentje van me. Of twee.”