Groningen Combinatie 4 – Spassky’s, 7 december 2013

verslag: Peter Bodewes

De derby tussen de Spassky’s en de Groninger combinatie was een ontmoeting waar ik al lang naar uitkeek. De oude strijdmakkers (althans het Groninger deel ervan) ontmoeten aan de andere kant van de tafel geeft zo’n wedstrijd wat mij betreft toch wat extra sjeu. Ik weet niet precies waarom, maar in de dagen voor deze ontmoeting moest ik steeds dromen over gehaktmolens en bloederige scalpen. Vraag me niet waarom. Het is me een raadsel. Voor wat betreft het niet-Groningen deel van de Combinatie blijft het toch nog een beetje wennen. Je krijgt soms de neiging tot opmerkingen als “wat doe jij hier nou?”. En het is niet alleen voor mij wennen, zo blijkt.

We zullen in het kader van de lieve vrede geen namen noemen maar voor in elk geval één ex Unitasser bleek de stap ook nog te groot. Dit niet nader te noemen personage, en ik kan u in vertrouwen meedelen, dus ga alstublieft een beetje prudent om met deze informatie, dat het hier gaat om Mario van de Raad, stond om 13.00 uur in de startblokken bij het Denksportcentrum. Pen in de hand, varianten in het hoofd, all dressed up and no place to go… Hoewel, dan maar naar de locatie aan de Peizerweg. Daar was, vijf minuten voor zijn aankomst, inmiddels de al voor dergelijke calamiteiten opgetrommelde invaller van de bank gehaald. Ruw verstoord uit de krant door De Beer, de lange haren wapperend in het plotselinge besef dat er enige arbeid verricht zou moeten worden had Nico Karsdorp plaatsgenomen in de nog lege plek tegenover onze man aan bord vier. Over oude strijdmakkers gesproken. Jaar na jaar stroopten Nico en ik in vroeger dagen de kroegen van Groningen af tijdens het Kroegendoorgeefschaaktoernooi. Een paar memorabele wedstrijden staan me nog levendig bij maar ik zal u niet vermoeien met nadere details van deze strooptochten.

De wedstrijd. De spannendste wedstrijd van de zaal, zonder enige twijfel. De
Combinatieteams 1, 2 en 3 vermorzelden in andere delen van de zaal hun tegenstanders. Cijfers als 7½ – 2½, dat soort werk. Voor het vierde ging dat zeker niet op. Sterker, het leek er om een uur of half vier veel op dat de vierde combi zwaar in de pan gehakt zou worden. Twee snelle punten op de borden 5 en 7 en op bijna alle andere borden hoopgevende stellingen. Later we er maar eens langs lopen.

Bord 1. Roelof vs Mark Kruit
Oude maatjes van elkaar, kennen elkaar door en door. Ik ken Mark natuurlijk ook uit mijn Groningen tijd. Talloze partijen tegen gespeeld. Ik ken hem als iemand die het liefst met een pion minder speelt en daar dan wat vage rommelkansen voor terug wil hebben. Een “Handige Henkie” waar je een paar keer van moet winnen voordat het punt echt binnen is. In de partij tegen Roelof staat Mark een pion voor. Roelof heeft er eeuwige druk over de (gecensureerd) voor terug en een aantal structurele voordeeltjes. Misschien is Marks stijl in de loop der jaren iets veranderd, misschien is het met het klimmen van de jaren allemaal iets bezadigder geworden. Maar ik hou nog even mijn oude regel aan: als Mark in de (gecensureerd) een pion voor staat, gaat ie niet winnen. Dat ziet er gunstig uit.

Bord 2. Putski tegen Zuiderweg, E.
Verrassende opening. Tijdens de analyse wordt duidelijk waarom. Is het angst? Is het wederzijds respect? Voor het gemak hou ik het maar op het eerste. De analyse begon (en leek niet op te houden) als volgt: achtereenvolgens zijn Putski en Edwin aan het woord. “Die variant wil ik ontwijken.” “Ja, maar die had ik niet gespeeld! Ik was bang voor jouw voorbereiding.” “Ja, maar ik zou al eerder zijn afgeweken, ik was bang voor jouw voorbereiding!” Ja, maar ik was nog eerder afgeweken want ik durfde niet op jouw voorbereiding in te gaan”. “Ja, dat zal wel, maar ik was al op zet vier afgeweken, ik was toch een beetje bang voor jouw voorbereiding”. “Nou, ik was eigenlijk van plan op zet drie een andere variant te kiezen, want ik…

In de partij kwam op zet 2 iets op het bord dat Putski en Edwin nog niet eerder tegen elkaar op het bord hadden. Gezond en wijs maar bij hun volgende analyse stap ik pas in ergens in het middenspel, denk ik. Mijn openingskennis mag beperkt zijn, mijn geduld is nog veel beperkter. In de partij worden de middenspelplannen vastgesteld als zich een iso nestelt op d4. Zwart mikt alles volgens de regels van Nimzowitsch op d5. Als de ideaalstelling bijna is bereikt verandert Henk ineens de structuur door op e3 te slaan. Vaarwel iso, welkom loperpaar. Het is een kwestie van smaak, denk ik. Fritz zal het wel geweldig vinden. Ook zo’n loperfetisjist. Ik houd wel van paarden. Tijdens dat vleesschandaal, nog niet zo lang geleden, werd het afschuwelijk gevonden dat er paardenvlees door de gemalen koe ging. Man, ik juich dat toe! Natuurlijk, je mag geen knollen voor citroenen verkopen en ook niet andersom, maar een stuk paard? Niks mis mee!
Nou ja, na 13. … Pxe3, waar mijn handen dus niet van op elkaar gaan, krijgt Edwin het ideale centrum. Zijn stelling wordt mooier en mooier en als de paarden ook centrale posities in gaan nemen begin ik ernstig aan de goede afloop te twijfelen.


Wie hier liever de lopers heeft mag het zeggen. Edwin in elk geval niet. Die hinnikt nog net niet door de zaal. Henk daarentegen houdt een lange monoloog over de merites van het loperpaar. Hij kan nauwelijks stil blijven zitten, hij wil lopen, lopen en nog meer lopen.
Edwin is ondertussen niet meer uit zijn fixatie te krijgen. Het paardenpaar en het pionnenduo moet hem de winst op leveren. Hij moet hier totaal gewonnen staan. Wat? Eigenlijk is het uit.

Richting kleedhokjes voor de zwarten! Zet de douche maar aan… De herhaalmodus staat vol open en de analyse dreigt te verzanden; helemaal op hol te slaan. Ik geloof dat ik ergens een elleboog in iemands ribben heb gepland om de analyse nog enige waardigheid te geven.

Bord 3. Jan tegen Robert de Boer
Kan ik kort over zijn. Jan staat geweldig.

Bord 4. Alidston tegen Nico Karsdorp
Bizar feit nummer 1: Alidston was in de speelzaal aanwezig nog voordat zijn klok het eerste kwartier had weggetikt. Bizar feit nummer 2: Alidston was in de speelzaal aanwezig nog voordat zijn klok was aangezet. Bizar feit nummer 3: Alidston was gewoon op tijd. Bizar feit nummer 4: Alidston was op tijd én had bananen bij zich! Moet ik verder nog iets over zijn partij zeggen? Ik wist om 12.55 uur al dat hij zou winnen.

Bord 5. Dries tegen Ewout Clarenburg
Ik zal het eerlijk zeggen. Ik heb wel eens gedacht dat Dries toch een beetje een eenzijdige speler is. Iemand die een enkel aspect van het spel goed begrijpt en goed kan toepassen. Ik was van plan een keer een collage te maken van 20 of 30 partijfragmenten van Dries. Dertig diagrammen met allemaal min of meer dezelfde stelling op het bord: 30 jaar Dries… zoiets. Maar ik ben om. Na de partij tegen Clarenburg weet ik beter. Dries kan het echt! Dries overspeelt zijn tegenstander vandaag met kleine zetjes. Een loper blijft dicht bij huis (e2), een pionnetje gaat naar de 3e rij (en niet naar de 4e). In vroeger dagen zou ik dit ondriesiaans hebben genoemd. Nu weet ik beter. Fijne manoeuvres zijn de basis van Dries zijn overwinning. Hij weet een geweldige drukstelling te creëren. Zijn tegenstander komt in de problemen, overziet een paar dreigingen en wordt binnen een paar uurtjes opgebracht. Niets dan lof! Veel later in Atlantis komt Alidston met een groots gebaar nadat we de partij nog eens hebben bekeken. “Dries, ik ben trots op je. Je hebt van me geleerd!”

Bord 6. Janski tegen Kawar Yakinsyah
Janski en Frans… een duo waar niet iedereen even dol op is. We komen er nog over te praten.

Bord 7. Peter tegen Eelke de Boer
Over deze partij valt niet veel te zeggen. Eelke speelt de scherpst denkbare variant zonder dat hij weet wat de bedoeling is. In de hoofdvarianten moet je een kwaliteit en een pion geven in ruil voor centrum en activiteit. Zoiets is achter het bord niet zo gemakkelijk te vinden maar na de 5e zwarte zet was er al geen weg meer terug. Dat beseft Eelke zich pas na mijn 6e zet. De lange denkpauze die daarop volgt spreekt boekdelen. Er komt een verschrikkelijke 6e zwarte zet. Er gaat zwart materiaal in de doos en er komt niets voor terug. Even later komen ook nog onnauwkeurige 10e en 11e zetten van zwart. Daarna is het helemaal uit. Hij moddert nog even door. Dat had hij zich kunnen besparen maar ik begrijp dat er nog even afscheid van de partij moest worden genomen. Dries drukte het later treffend uit: “we waren beide heel vroeg klaar maar jij was eigenlijk al een uur eerder klaar.”

Bord 8. Rolf tegen Reno Emerencia
Een trage partij waarin het alle kanten uit kan gaan. Rolf is zo wijs om “alle kanten” binnen strakke marges te houden. Om half vier ziet het er op dit bord volkomen gelijk uit en kan gerust een 6 – 2 worden getaxeerd.

Na nog twee uur spelen moet de voorspelling naar beneden toe worden bijgesteld. Op een aantal plekken beginnen zich bruine plekken in de rozenkleur vast te zetten. We gaan de resterende borden bij langs met een tussenstand van 2-0 voor de Spassky’s.

1. Als beide spelers nog slechts enkele minuten op de klok hebben, en er nog een hoop zetten moeten worden gedaan voor de tijdscontrole, slaat ineens de stelling om van positioneel naar concreet. Na Marks (gecensureerd) gaat het ineens om diep rekenen en taxeren van de verschillende eindspelen die over kunnen blijven. Ik en Dries kijken mee. (gecensureerd) “Ja, hoor”, zeg ik tegen Dries ”Roelof gaat winnen”. (gecensureerd). “Roelof gaat niet meer winnen”, zegt Dries tegen mij. (gecensureerd). Enige zet! Ruil, ruil en wat overblijft is een (gecensureerd) dat zwart zeer goede winstkansen biedt. Dan slaat blijkbaar de vermoeidheid toe. Alle voorgaande nuances worden onbelangrijk wanneer Roelof ineens gratis een (gecensureerd) krijgt. Direct erna wordt remise overeengekomen. Mooie (gecensureerd)! 2½ -½.

2 We keren even terug naar de analyse waarin de bovengegeven diagramstelling onder de loep wordt genomen. Edwin wil zijn gelijk, Putski geeft niet toe. Uitvoerig wordt e6 onderzocht, nog uitvoeriger wordt d6 onderzocht en ik haal nog maar een biertje. Hoe laat komt die Chinees eigenlijk? In de partij komt 27. e6. Bij daglicht en enige hulp van onze plastic vriend wordt duidelijk dat dit misschien een kantelpunt in de partij is geweest. Veel sterker is 27. d6. Na de partijvoortzetting komt Putski helemaal terug. Na nog een zet of vijf, zes kan hij in iets betere stand, remise aanbieden. Een halfje stelt op dat moment de matchpunten zeker. Edwin weigert, speelt vervolgens onnauwkeurig. Putski komt met het sterke Lc7. Overzien door de witspeler. Edwin biedt remise aan, Putski weigert. Ten slotte, als op bord vier duidelijk is, dat Alidston gaat winnen, biedt Putski nogmaals remise aan. Deze keer kan wit onmogelijk weigeren. Er is er maar een die kan winnen, en dat is niet wit! 3 – 1.

3 Hier gaat het helemaal mis. Jan later zei: “Er zaten twee tactische grapjes in en ik heb ze beide gemist. Ik stond zo goed dat ik die eerste misser nog wel kon hebben maar die tweede misser was te veel van het goede.” Hier heeft iemand duidelijk een fris hoofd nodig. Volgende keer verplicht op de fiets naar de speelzaal! Dus ik kom de volgende keer bij je langs, Jan. De gebedelde, gestolen of geleende fiets staat al klaar. De fiets is niet te klein, de versnelling zit niet vast in de 1, de ketting zit erop… alles prima voor elkaar. De auto blijft thuis. Het wordt hoog tijd dat jouw zoon die op KNSB zaterdagen meeneemt. Beetje joyriding in pa zijn auto. Ik zal het er met Frank eens over hebben. 3 – 2.

4. En inderdaad. Alidston won. En hoe! Partij van de dag, denk ik. Fantastisch opgezette partij, fantastisch gemanoeuvreer in het middenspel, fantastisch stukoffer en een fantastische g lijn tot slot. Live was het een feest, in de analyse was het een feest en ’s nachts in de kroeg werd het een meesterwerk. Met louter hoofdletters. Wellicht had de Jameson hier ook een klein aandeel in maar ik betwijfel dat. Graag zou ik nu een paar fraaie fragmenten laten zien maar helaas is Alidston te laat met het inleveren van zijn partij. Twee keer op tijd zijn is ook wel wat veel gevraagd misschien. 4 – 2.

6. In de gepassioneerde analyse waarin de gemoederen tot drie, vier keer toe moeten worden gesust wordt geopperd dat Janski zijn maatje Frans niet meer mee mag nemen naar dit soort wedstrijden. Janski een bonk verontwaardiging, Dries met het vuur in de ogen, een paar nietsvermoedende omstanders zoeken een veilig heenkomen. Ik zit er bij. Ik hou me een beetje op de vlakte want mijn tandartsverzekering is niet helemaal op orde, maar ja, ik moet Dries wel gelijk geven. Ik zie die vent ook niet graag samen met Janksi. Dxc6 en niet bxc6? Nee, hoor, weg met de gozer! Uit het team met die gast. Hij mag niet meer mee! Sicilië is toch ook mooi? 4-3.

8. Rolf weet de strakke marges een partij lang vol te houden. Waarschijnlijk staat hij in de slotstelling beter. De remise is welverdiend en bijzonder nuttig. 4½ – 3½.

Rond zevenen wordt het Chinese buffet binnengereden. Een grote kar vol eten rolt binnen. “Kijk, de Spasskykar”, grapt Putski. Even later dempen de geluiden in de zaal. Iedereen eet. De beide 1e bordspelers van de wedstrijd zitten (alweer) tegenover elkaar. Een wedstrijd met sfeer kan je gerust stellen. Het valt me wel op dat het bord van Mark ongeveer drie keer zo groot is als die van Roelof. Dat moet ik nog eens navragen, hoe dat zit. Naarmate de bakken op het buffet leger worden, wat overigens vrij vlot zo is, neemt het geroezemoes in de zaal weer in volume toe. Biertjes worden aangedragen, flessen wijn gaan rond. Dit is wel zo ongeveer wat je wilt op een KNSB zaterdag. Zeker met twee matchpunten in de achterzak. Dat maakt de babi pangangsaus toch net weer even iets zoeter.