ZSG – Spassky’s, 9 januari 2016

Finales

ZSG – Spassky’s 3.5-4.5
9 januari 2016
verslag: Putski

De Olympische volleybalfinale Nederland – Italië, Atlanta 1996, in retroperspectief, het was slechts een slap aftreksel van de laatste minuten van ZSG – Spassky’s: Van Dorp – Mellema op zaterdag 9 januari 2016. (En de lezer weet: ik ben beslist niet iemand die van overdrijven houd, daar heb ik een broertje dood aan.) Er waren teamgenoten die de spanning niet aankonden en zich verborgen achter de in de speelzaal opgestelde schermen, er waren er die verdacht lang wegbleven naar het toilet, er waren er zelfs die het gebouw verlieten, onder het mom van: “ik moet nog even pinnen”.

Bij de stand 3-4 moest onze Folke eerst een damepaardeindspel met twee pionnen minder en later met één pion achterstand naar de remisehaven zien te loodsen. De enige lichtpuntjes waren de rust die hij uitstraalde en een flinke tijdsvoorsprong. Doordat zijn tegenstander wegens een verkeersongeluk 40 minuten verlaat was binnengekomen, had Folke bij ingang van dit eindspel nog altijd een prettige voorsprong op de klok, al zagen we deze schrikbarend snel verdampen.

Er waren vele cruciale momenten in deze partij, te veel voor één verslag. Ik markeer er twee. Op het eerste moment is het Folke gelukt om door actief spel weer gelijkspel te bereiken:

 

 

 

 

 

 

 

 

Van Dorp – Mellema, stelling na 53…a3

Zie het maar eens onder deze druk, maar 54 f7 leidt hier tot remise, want de witte pion buitmaken met Db3+ kost zwart het paard op b5. Mellema, de uitermate sportieve en sympathieke opponent van Folke, vertelde mij na afloop dat hij dit wel had gezien en dan van plan was het paard terug te halen (54 f7 a2 55 Pc2 Db3+ 56 Kd2 Dxf7 57 Dxb5 Df4+ 58 Kc3 a1D 59 Pxa1 Df6+). Die stelling zal wel remise worden, doordat zwart niet uit het schaak kan lopen zonder pion h7 te verliezen.

Folke deed een zet die ook logisch leek: 54 Pc2, maar zag Mellema daarna toch steeds ietsje dichterbij komen tot:

 

 

 

 

 

 

 

 

Van Dorp – Mellema, stelling na 68 Ka1

Het is misgegaan. Hier pakte Mellema zijn dame op om deze op f7 te laten landen….zag toen zichtbaar voor de toeschouwers Dg7 in zijn blikveld opduiken en pakte de dame weer vertwijfeld op. Iemand vroeg mij zelfs of de dame was losgelaten, maar dat leek mij van niet. Ten slotte volgde 68…Dc5?? Weg winst. De ironie wil dat 68…Df7 prima mogelijk was, op 69 Dg7 volgt Db7! immers. Nu won 69 Dg7+ de pion op h7 en met intussen voor beide spelers minder dan een minuut op de klok werd tot remise besloten.

Toen wilde iedereen Folke knuffelen. Het liefst hadden we hem op een boerenkar gezet en naar Elburg teruggereden, Dries achter het stuur, wij om Folke heen, zijn vrienden, hem bejubelend en lavend met dranken en van iedere door hem gewenste spijze voorziend. Maar behalve dat we al met vier auto’s gekomen waren en zelfs wij vijf gemotoriseerde voertuigen voor één KNSB-wedstrijd wat veel van het goede vinden, was het bovendien zo dat Folke halsoverkop weg moest naar een verjaardag, waar hij ongeveer twee uur eerder al verwacht werd. Daarmee stopte het verhaal van deze dag wat betreft Folke abrupt, op weg als hij moest naar een ander feest.

Terug naar het begin. Wegens geografische en nog wat andere omstandigheden kwamen we dus met liefst vier auto’s aanrijden, dat is krap twee spassken per CO2-kanonnetje….klimaattoppen, waarom houden we ze nog?

De speelzaal, in een verbouwd kerkgebouw, was tiptop. Er was een heuse perstribune, er stond een apart tafeltje klaar voor het portret van Boris en er waren broodjes beloofd (men sla de competitiegids hier gerust op na: broodjes: ‘ja’). Toch een klein minnetje: de barman had ze niet. “Ja, soms”. – “Dan kan er maar beter ‘broodjes: soms’ in de competitiegids staan”, betoogde ik, hetgeen de Zwolse teamleider Hoffer slechts kon beamen. Als Zwollenaren mij op scherp willen zetten moeten ze het inderdaad zo doen. De AH-to-go op nog geen minuut van de speelzaal lopen bood uitkomst en de acht bananen die ik en passant insloeg beschouwde ik als een bonus. In de bonus waren ze overigens niet, ik moest ze per stuk afrekenen voor 75 eurocent. Gelukkig liet ik me niet leiden door verkeerde zuinigheid; het gaat hier om een van onze geheime wapens, goudgele energiebommetjes met puntenstuwende koolhydraten erin.

Over de opstelling van ZSG valt van alles te zeggen, maar niet dat ze zich qua volgorde ook maar iets gelegen lieten liggen aan de ideeën van Professor Elo. Zelf had ik voor de gelegenheid geruild met Roelof, hoewel ik net zo lief met zwart speel. Hoe moet ik anders de moeder aller openingen, de Najdorf op het bord krijgen? De Najdorf, het grottencomplex van Tora Bora van het schaken. Sinds ik ben overgestapt op 1…c5 tegen e4 zijn mijn resultaten duidelijk beter geworden. Dat is niet omdat ik zoveel van de Najdorf begrijp, was het maar waar. De reden is eerder denk ik dat je als e5-speler nu eenmaal vaak tegen een klein positioneel minnetje zit aan te kijken in het gesloten Spaans. Schaamteloos gingen vele witspelers tegen mij op dat kleine plusje zitten, om zich als een tijger uit de boom bovenop mij te laten vallen als ik mijn geduld ten slotte verloor. En als ze nu altijd geluisterd hadden naar de namen van noordelijke toppers als Rietman of Houtman dan had ik er nog wel mee kunnen leven, maar soms heetten ze ook slechts botweg Van Indië of Ham.

In de Najdorf draait het maar om één ding: initiatief. Er zijn vele stellingen waarin degene die aan zet is gewonnen staat. Een tempo verspelen kan de speler van beide kleuren de kop kosten. Er is een positie bekend waarin wit twee stukken achterstaat, en die zwart sinds lang her zou winnen volgens de theorie, welke door één verrassende vondst tien jaar geleden toch weer als onduidelijk, mogelijk zelfs als gewonnen voor wit wordt beschouwd:

 

 

 

 

 

 

 

 

Tegenwoordig denkt men dat de diagramstelling ontstaan na Df1 onduidelijk is, zwarts enige zet is …Pb4, maar zijn stelling is een mijnenveld.

Ik dwaal af, terug naar de match. De entourage was prachtig. Tot één uur klonk er seventies-muziek, waarmee de vriendelijke Zwollenaren mij, geboren in 1970, opnieuw veel plezier deden en de pijnlijke afwezigheid van broodjes toch nog wat goed maakten. Klokke 13.00 gingen de lichten pas goed aan, tot 13.00 was het wat schemerig geweest. We hebben immers maar één planeet! Beschaamd prezen vier maal twee Spassken zich gelukkig dat hun glimmende bolides een flink stuk verderop geparkeerd stonden.

Zwolle had zich tactisch opgesteld, mijn tegenstander op bord 1 was op papier zelfs de zwakste. Door de zaal schuifelde een echtpaar, laat ik hen Fred en Wilma noemen. Vrijwel van meet af aan sloegen zij de wedstrijd nauwgezet gade, elkaar opgewonden aanstotend als iets ergens net even anders ging dan verwacht. Zoals Roelof opmerkte: “ontroerend om te zien”. Wilma keek even bevreemd naar het portret van Boris dat mijn bord flankeerde, toen naar mijn stelling om vervolgens mij indringend aan te staren…..herkende ze wellicht iets van Boris Spassky in mij? Mijn stelling gaf inderdaad ook wel enige aanleiding tot deze vergelijking. (En de lezer weet: ik ben beslist niet iemand die van opscheppen houd, daar heb ik een broertje dood aan.) Een groter compliment is voor een Spassk haast niet denkbaar. Vanaf deze plaats wil ik Wilma dan ook hartelijk dankzeggen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Van Putten – Ten Klooster, stelling na 13 0-0

Zwart is in een veredelde zetdwang gekomen. De engine geeft bijna +3 bij gelijk materiaal. Op 13…Lb7 volgt 14. Tb1, op 13…Pc6 14. Lb5 en in beide gevallen is het probleem nog even groot of zelfs groter dan een zet eerder. Zwart offerde een pion met 13…La6, 14. dxc5 Pxc5 15 Lxc5 bxc5 16 Dxd5+, maar kwam er niet meer aan te pas.

Dat was 1-1. Normaliter volgt een verslaggever of het chronologische scoreverloop, of hij gaat van hoog naar laag. Dit verslag doet noch het een noch het ander, daar ik wel met Folke móest beginnen, echter: het laatst van allen was hij klaar, maar tegelijkertijd net voor het midden gezeten en dus vervolgens was er met hem verslagtechnisch weinig meer te beginnen…

Dan naar bord 2, waar Roelof het opnam tegen Boris de Jonge. Deze naam zal voor mij eeuwig verbonden zijn met het verhaal “het boekje van Imme” van jaren geleden ( * ). Grappigerwijs vertelde Evert op de heenreis een soortgelijk verhaal over een nieuwtje Tb3 in het Siciliaans voor wit, dat hij van een teamgenoot van Groningen 1 ooit eens mocht gebruiken in een belangrijke partij. Het kwam inderdaad op het bord en Evert was even de koning te rijk. Totdat hij zich begon af te vragen wat die toren daar op b3 eigenlijk deed, zo voor de linies uitgeschoven… Een kwaliteit ging verloren en Evert moest al vroeg de witte vlag hijsen.

Van Zwolse zijde beoordeelde men Roelofs partij zo:

“Boris verkreeg goed spel tegen Roelof Kroon (2200+ maar volgens Fred doet hij in principe niets, behalve al je stukken opeten als je ze te dicht bij hem houdt…). Maar +1,3 werd met een trio misperen omgezet in -88! Dat was indrukwekkend maar niet helemaal waarop gehoopt was. (2-3)”

Hier moet ik even ingrijpen, deze woorden doen Roelof geen recht, het is onvolledig. Heer Fred (Flinstone ?) verzuimt te vermelden dat ook iedere pion binnen de reikwijdte van Roelofs tentakels ten dode is opgeschreven.

 

 

 

 

 

 

 

 

De Jonge – R. Kroon, stelling na 35 Ld4?

Roelof kon hier al winnen met 35…Dc1+ 36 Kg2 Pf4+ 37 Kg3 Ld6, maar stelde het nog enige zetten uit: 35…Lf8 hield wel wat voordeel vast maar 36 Df6? was in tijdnood opnieuw een blunder van wit (36 Kg2 of 36 Le5 blijft spannend) 36…Lg7 37 Lxe6 Dc1+ 0-1

Dat was 2-3.

Op bord 4 Evert. Evert zou een dag later kampioen worden van de 2e landelijke bridgeklasse, als hij dit leest ziet de wereld er al weer heel anders uit. Hij kwam in een stellingstype terecht dat hij voortaan wil omzeilen. Geen punt voor hem, maar een les met een mooi inzicht, toe te passen in een volgende partij. Zijn tegenstander speelde het fraai af:

 

 

 

 

 

 

 

 

Frijling-Janse, slotstelling na 22 Pxf6+ 1-0

Tussenstand ook 1-0, weinig aan toe te voegen.

Op vijf Dries. “Dries heeft een reset gehad” wist ook zijn tegenstander Van Gelder te melden. Dries speelde een stelling met ruimteoverwicht uiterst beheerst naar winst, het wordt nog zijn specialiteit op zijn oude dag. Dries 2.0 blijft rustig als zijn stelling veelbelovend wordt, iets wat twee jaar geleden niet in hem opkwam.

 

 

 

 

 

 

 

 

Koster – Van Gelder, stelling na 43..Td8

44. Tf7 is de winnende zet, door Dries minutieus voorbereid en, ten slotte, na rijp beraad, gespeeld. Everts commentaar bij het aanschouwen van zoveel geduld spreekt boekdelen: “Dries ik keek naar jouw partij en vroeg mij af: heb jij een cursus transcedente meditatie gevolgd of zo?” Zwart probeerde nog 44….Dd6 45 e7 Dc1+ 46 Tf1+ maar streek toen de vlag.

2-4

Op bord 6 Janski in een lastige, -alweer- Franse partij. Het is zo onderhand Jeanski met al dat Franski. Henk kwam licht gedrukt te staan, maar hield het bekwaam droog.

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoffer-Jansen, stelling na 25 Pe6

Janski, voor de verzamelde pers na afloop, gaf aan hier als kandidaatzetten 25…d4 en 25….Dd6 in zijn hoofd benoemd te hebben. Gelukkig koos hij voor de laatste, waarmee de puntendeling een feit was.

1.5-1.5

Peter op 7 speelde een prachtige partij. Op het moment van het binnenhalen van de oogst ging het niet voor het eerst dit seizoen mis.

 

 

 

 

 

 

 

 

Bodewes-Binnendijk, stelling na 27…Tg5?

Geloof het of niet, Fritz waardeert dit met +7. Wel moet Peter dan het zetje 28 e6 vinden, met matplaten: 28..xe6 29 Lxc6+ Ke7 30 Tb7+ en uit. Peter speelde helaas het zich veel meer opdringende 28 Lxc6+

 

 

 

 

 

 

 

 

Maar het wordt nog erger, stelling na 35…Tf1?

Hier schiet het door naar +10. 36 Dh7 haalt groot materiaal op. Met weinig tijd greep Peter naar Kg2, om f2 te dekken. Na 36…De1 37 De3+ Dxe3 38 xe3 ontstond een remiseeindspel, dat voor wit veel lastiger te houden bleek dan voor zwart. Om Roelof te citeren: “Uiteindelijk stal ik van Zwolle het punt dat Peter had verdiend.”

3-4 was dat.

Op 8 viel Jan Kroon in voor de op het laatste moment met griep uitgevallen Maurits. Hij bereikte met zwart eenvoudig remise tegen iemand die hem onwillekeurig aan Herman Brood deed denken, bij leven ook Zwollenaar. Het bijbehorende liedje dat in zijn hoofd sloop, zo verklaarde Jan na afloop, was “I’ll never be clever”. Op de sportieve trui van de opponent was ergens op borsthoogte ook nog ‘speed’ geborduurd.

 

 

 

 

 

 

 

 

In ’t Veld – J. Kroon, slotstelling na 23…Te7.

Remise. Het evenwicht werd nergens drastisch verstoord. 2-2

Aldus de kleinst mogelijk overwinning van 3½-4;½ en dat blijven de prettigste. Je zweeft de vijandelijke speelzaal weer uit en, met een toepasselijk citaat van Donner wanneer die speelzaal ook nog ooit een kerk is geweest, waant je met zijn allen de lievelingen van de goden.

De dag werd besloten met een memorabele maaltijd bij Humfries (om Dries’ spelling maar even aan te houden). Een zeer mondige serveerster, postcodeloterijkortingbonnetjes, als mierzoet aangekondigde dessertwijn, die de zoetheid van een gemiddelde port overigens nog niet haalde, Peter die voor Dries het driegangenmenu uitkoos, waaronder soep in plaats van de saté waar Dries zich op verheugd had en een hoofdmaaltijd die Dries spontaan de uitspraak “is dit alles?” ontlokte, ook een liedje dat hinderlijk in je hoofd kan blijven hangen. Dries wijdde nog een klachtmail aan deze -in zijn ogen- wanprestatie. Maar het deed allemaal niets af aan de gezelligheid.

Bij vertrek rond 22.30, moesten drie auto’s nog van een en dezelfde parkeerplaats gehaald, weer in de buurt van de speelzaal. Ik citeer Janski, die het gebeuren van het meest nabij gadesloeg:

“Betalen natuurlijk. Dat kon ook met bankpas. Dries stond als eerste bij de poort en heeft ongetwijfeld getracht met pas te betalen. Jan en ik stonden achter hem en zagen allerlei bewegingen in de auto voor ons, maar betalen, ho maar. Roelof stapte lachend uit met parkeerticket in de hand en wenkte naar ons: “We moeten naar de betaalautomaat.” Die stond een meter of vijftig verderop. OK, dus ik voeg uit de rij, parkeer mijn auto. Evert doet vervolgens hetzelfde. Maar Dries bleef vrolijk staan, schijnbaar zijn administratie bijwerkend met inmiddels twee wachtende Zwollenaren achter hem. Ik stond inmiddels buiten en een van de wachtende vrouwen riep mij toe: “Wordt het nog wat met die meneer daar?” En een man: “Gaat ie daar kamperen of komen wij ook nog aan de beurt?”

Dries: “Ach die parkeerplaats. Ook dat nog. Ik dacht echt dat je achter me stond en wachtte relaxed tot Roelof kwam…. Ik dacht na het getoeter echt: “waarom toeter je nou Henk?” Hoogtepunt was de man die uit zijn auto stapte en tegen me zei: “wat was u van plan?” ik zei rustig:’o ik dacht dat u mijn vriend was, die in de auto toeterde’ echt. Altijd relaxed die Dries. Wel wat raar soms.”

Al te veel is er nog niet over bekend, maar er gaat een gerucht dat er bij Dries 3.0 ook sprake zal zijn van enig omgevingsbewustzijn.

Een blik op de klasse 3A tot slot. Alle vijf wedstrijden in 3A eindigden op deze dag in 4-4 of 4.5-3.5. Door het verlies van Sneek in Kampen en het gelijkspel van Schaakwoude tegen de rode lantaarndragers uit Haren ligt de strijd om het kampioenschap weer helemaal open. Vanaf nu spelen we alleen nog maar finales! Philidor 2, Almelo, HSP Veendam en De Twee Kastelen zijn teams waarvan wij kunnen winnen, maar ook verliezen. Het is waar: de grote meerderheid van de ontmoetingen tegen deze teams wonnen wij, maar we wachten ons voor onderschatting.

Uit het relaas der Zwollenaren nog hun perspectief: “De promotieplannen gaan de ijskast in en het handboek handhaving wordt afgestoft.” Toch is zelfs Zwolle nog niet kansloos, 2 MP achter ons, 4 achter koploper Schaakwoude, tegen wie zij de volgende ronde spelen. Wij treden dan aan tegen de licht verrassende nummer twee: Philidor Leeuwarden 2.

verslag: Putski

* Dit klopt niet. Het was een andere Zwollenaar tegen wie ik jaren geleden een achterhaalde variant speelde uit een stokoud boekje van Euwe. Gek genoeg was ik op deze dag zelf ervan overtuigd dat dat tegen Boris de Jonge was geweest. Het blijft een wonderlijk ding, dat menselijke geheugen.

ZSG Spassky’s

1.

Ten Klooster (Harry)

1700

Van Putten (Henk)

2152

0

1

2.

De Jonge (Boris)

2064

Kroon (Roelof)

2209

0

1

3.

Mellema (Andries)

2176

Van Dorp (Folke)

2121

½

½

4.

Frijling (Arnold)

2174

Janse (Evert)

2031

1

0

5.

Van Gelder (Bart)

2004

Koster (Dries)

2022

0

1

6.

Hoffer (Miklos)

1970

Jansen (Henk)

1794

½

½

7.

Binnendijk (Ferdinand)

2053

Bodewes (Peter)

1872

1

0

8.

In ’t Veld (René)

1804

Kroon (Jan)

1863

½

½