Over de rol van toeval en geluk in de sport zijn waarschijnlijk al boekenkasten volgeschreven; vooral waar het voetbal betreft, volkssport nummer 1. Ron Jans deed het fenomeen ooit af met “Aan het eind van het seizoen sta je waar je hoort te staan.” Dat is wat statistiek immers doet: hoe groter de dataset, hoe eerlijker de onbeheersbare factoren zich zullen distribueren en uitmiddelen.
De Spassky’s werden op 11 juni 2022, toevallig ook mijn 52e verjaardag, kampioen van de derde klasse A. Volgens Ron Jans was dat terecht.
En hoewel ik me moeilijk aan de gedachte kan ontworstelen op hoeveel momenten het net even anders had kunnen gaan, ben ik het met Ron eens. We speelden van de drie titelpretendenten (Hardenberg, Staunton en wijzelf) het meest constante seizoen. Met Staunton samen haalden we de meeste bordpunten (35.5) en als enige team 11 van de 14 matchpunten.
Over de wedstrijd straks meer, eerst terug naar de allereerste wedstrijd van dit seizoen, op 18 september 2021. Govert Pellikaan, een van onze tegenstanders van Groninger Combinatie 3, was jarig en trakteerde op taart. Leuk. Niet veel later trakteerde hij zijn tegenstander, dat was onze Evert, nogmaals: Govert speelde niet zijn beste partij van het seizoen. Ik weet nog dat ik dit dacht: “Op je verjaardag kun je beter niet schaken. Te veel randzaken dan.” Wij wonnen met 5-3. Achteraf een belangrijke zege, Staunton morste later in het seizoen punten tegen Groninger Combinatie 3.
Nu nog verder terug in de tijd, naar zes jaar geleden. Het was een verrassend seizoen, 2015-2016. Sneek en Schaakwoude schoten uit de startblokken, Schaakwoude won van ons, Sneek maakte ons dik in, in -ik meen- ronde 3 en halverwege leek een tweede of derde plaats het hoogst haalbare voor ons, wat we geen enkel probleem vonden. En toen begonnen Schaakwoude en Sneek opeens punten te morsen, zoveel dat we na de 8e ronde pardoes bovenaan stonden met als enige overgebleven concurrent Philidor Leeuwarden 2, die we zelf juist in ronde 6 met 6-2 de Fryske earen hadden gewassen. 2016 was amper een week oud toen deze kentering zich begon af te tekenen,in het verslag van de vijfde ronde, finales, uitte ik de eerste vermoedens dat het toch nog spannend kon worden.
Helaas, tijdens ronde 9, 16 april 2016, was ik niet jarig. Letterlijk niet. Figuurlijk ook niet. Ik bakte er niets van, ondanks een hoge score dat jaar. Het werd 4-4 tegen degradant De Twee Kastelen en Philidor 2 werd onverwachts kampioen, iets wat ze nog erg lang hebben na-gevierd, bij voorkeur als wij toevallig in de buurt waren. Volgend jaar mogen ze proberen omhoog te klauteren vanuit de 4e klasse!
Naar het heden. Bij voorkeur begin ik het verslag over de ons kampioen makende wedstrijd tegen Hoogeveen niet met mijzelf, maar hier is het functioneel.
Je bent jarig. Je speelt de kampioenswedstrijd. Je hebt altijd dat nog een in de verte nazeurend stemmetje over Buitenpost in je hoofd en dan gebeurt er op zet 9 al dit:
Bord 2, Sadallah-Van Putten, stelling na 9. e4.
Natuurlijk overwoog ik 9…Pxc3. Met een klein plusje voor wit dacht ik terecht. Tot ik een slimmigheidje dacht te zien; een volkomen kortsluiting in mijn hoofd: 9…xd4??. Ik deel niet graag dubbele vraagtekens uit (al helemaal niet aan mijzelf) maar hier is het er eerder één te weinig dan te veel. Binnen tien zetten een stuk verliezen. Waarom weet ik nog steeds niet, maar ik keek alleen naar 10. Pxd4 Pxc3. Uiteraard deed wit 10 xd5.
Ik dacht oprecht: “Ik geef op en ik ga naar huis.”
De bardames die mij even later heel sympathiek een taartje kwamen brengen voor mijn verjaardag hadden dan een leeg bord aangetroffen; tegenstander Osama had dat taartje wat mij betreft smakelijk mogen verorberen. Gelukkig was mijn tweede gedachte die aan het team. Twee kansloze pionnen pakken voor dat stuk kan nog een sprankje hoop levend houden. Ook wit kan een fout maken immers. Toen ik ten slotte toch maar opgaf op zet 26 waren er al drie resultaten op het scorebord gezet, voorafgaand aan mijn onvermijdelijke nul: Joop op 1, Evert op 3 en Michael op 4 hadden geremiseerd.
Dat waren niet ongemotiveerde remises. De teamcaptain op 2 was als een nul ingecalculeerd, maar op de lage borden gingen de zaken steeds beter. De staart moest het vandaag gaan doen en die staart was intussen begonnen met kwispelen. Op een goed moment leken het zelfs vier punten te kunnen worden op bord 5 tot en met 8.
Het werden er drie, bij Rolf en Maurits werd het remise na eerdere gewonnen stellingen. Hoe dat bij Rolf ging had mij zeker vandaag ook kunnen overkomen:
Bord 7, Yska-Janmaat. Stelling na 69…Kh6.
Er volgde 70 Tf7? Txd4+, dolle toren, weg winst. 71. Kf3 is de enige manier om verder te spelen.
Eerder stond het nog bijna +4 voor wit:
Bord 7, Yska-Janmaat. Stelling na 20….Pg6.
Toen Rolf zijn winstwaarschuwing gaf, spraken we af dat hij het pas zou aanbieden als de zaken bij Maurits duidelijk waren geworden. Maurits had na een kwaliteitswinst helaas een stuk weggegeven.
Bord 6, De Jonge-Logtmeijer, stelling na 16 Ld3?
Maurits won een kwaliteit met 16…Ld5.
Bord 6, De Jonge-Logtmeijer, stelling na 25 Lc2.
Maurits gaf een stuk weg met 25…Pe5? 26 Dh3.
De stelling die ontstond was ongeveer gelijk; met hooguit nog praktische kansen voor onze man. Daar werd het remise door zetherhaling en tegelijkertijd ook bij Rolf, die daar door Jan nog eens extra toe gesommeerd was zo begreep ik.
Jan kon dat doen, omdat hij met een kleine combinatie zijn eigen partij beslist had:
Bord 8 Spaans-Postma
Kg3? Pe4+ 0-1
(De notatie van deze partij ontbreekt, maar de stelling klopt.)
Drie van de vier staartborden hadden dus twee punten opgeleverd, om de match te winnen moest Dries nu op bord 5 winnen. Dat werd een fantastische partij. Weer het koningsgambiet dat in de vorige ronde ook op het bord kwam, maar nu deed Dries het helemaal goed; 16 zetten lang.
Bord 5 Koster-Snuverink, stelling na 7 Dxg4.
Deze stelling had Dries de vorige ronde niet aangedurfd, nu wist hij waar hij aan begon: een torenoffer! Maar dat mag zwart niet aannemen eigenlijk, 7…Dxg4 is het best. Zwart speelde, wie zou het niet doen, 7…g2+ 8 Dxh4 xh1D.
Bord 5 Koster-Snuverink, stelling na 9 Dh5.
Even later staat het zo. De beste verdediging is 9…Ph6 en dat speelt zwart. Het leidt tot een mindere stelling met een pion minder, na 10 d4 d6 11 Lxh6 xe5 12 Dxe5+ en 13 Dxh8. Dries laat niet meer los. Bij de tweede pionwinst is het uit:
Bord 5 Koster-Snuverink, stelling na 38 Kd2.
38….Pc5 39 Txb6+ Ka7 40 Tb5 en hoewel het nog tot zet 69 doorgaat, er is geen redden meer aan voor zwart.
Jan en Dries de matchwinners dus. Om meer dan één reden was het bijzonder dat zij het waren die voor de overwinning zorgden. Het waren namelijk ook de twee die tegen Hardenberg na felle strijd tegen een 0 aanliepen. En beiden hadden buiten de groepsapp om mij gevraagd of het niet verstandiger was om iemand anders op te stellen, elk om valide redenen.
De laagste vier borden deden het deze keer. Over bord 2 heb ik het aan het begin van het verslag al genoeg gehad en Evert wilde ons zijn partij besparen. Weliswaar kwam zijn favoriete opening op het bord, maar nadat hij het bijna opgelegde h4 een paar keer verzuimde te spelen, was de muziek eruit. Hij speelde op bord 3 tegen Mol. Joop op het hoogste bord had een klein kansje op een plusje:
Houtman-Berghuis, bord 1, stelling na 12….Tac8.
13. Pd5 is de standaardwending die iets van voordeel belooft. Joop had hem gezien, maar verwachtte er te weinig van. Michael op bord vier ontmoette de sterkste Hoogevener speler Mellema. Michael bleek zelfs door hem geplugd te zijn. Maar na 15. b3 bood Mellema zelf remise aan omdat hij de stelling niet meer vertrouwde.
Bord 4, Mellema-Riemens, stelling na 16. b3
Michael wachtte zelfs bijna een half uur om te zien hoe de strijd zich ontwikkelde, voor hij het aanbod aannam.
Zo stond rond 17.00 de eindstand 3.5-4.5 op het bord.
Maar de dikke dame had nog niet gezongen.
Hardenberg zou met 7.5-0,5 kunnen winnen van Euwe 3 en dan kampioen zijn. Immers, wij hadden drie bordpunten meer bij ingaan van deze inhaalronde. Een unicum erbij te vermelden: Max Euwe 3 speelde tegelijkertijd ook nog tegen Groninger Combinatie 3! Zij hadden namelijk nog twee inhaalwedstrijden staan. Hierin was ik gekend door de competitieleider van de KNSB, de afspraak was dat het sterke Euwe 3 tegen Hardenberg zou spelen en in het andere Euwe 3 dan de jeugdtalenten en andere schakers die wel een keer KNSB wilden spelen, op zou stellen. Leek me niet eens zo ongunstig, deze waterscheiding.
Met zowel Govert Pellikaan (Groninger Combinatie 3, jarig in ronde 1) als Anne Veldman (erg vriendelijke en toeschietelijke teamleider van Euwe 3) legde ik contact. Govert was net iets eerder: Hardenberg kwam niet eens aan matchpunten toe, liet hij weten, laat staan bordpunten! Ze verloren met 4.5-3.5. Het andere team van Euwe 3 verloor overigens wel met de gevreesde uitslag 0.5-7.5 van Groninger Combinatie. Je zult maar naar de bar bellen en dat horen: “ja eh… 7.5 – 0.5 hoor ik voor de tegenstander.” Dit onverwachte verlies van Hardenberg impliceerde nog iets: hadden wij onverhoopt 4-4 gespeeld dan was opeens Staunton kampioen geworden.
Hardenberg heeft nog een beroep lopen tegen de beslissing die eerder viel om hun twee strafpunten te handhaven. (Zij konden vanwege 3G in de 3e ronde niet opkomen en dat had strafpunten opgeleverd.) Dat beroep kan nog steeds worden doorgezet, echter de inzet is verlaagd van het kampioenschap in klasse 3a naar aanpassing van de reglementen bij pandemieën in het algemeen. Ook zonder die 2 Mp aftrek worden ze door de nederlaag tegen Euwe 3 ten hoogste nog tweede. Wel kan het natuurlijk nog zo zijn dat er versterkte promotie plaatsvindt, om wat voor niet te voorziene reden dan ook.
We hadden een kleine hoop dat Wageningen, met Jan Timman in de gelederen, vandaag zou degraderen uit de eerste klasse, met het oog op een prachtige Verosov Janse-Timman volgend jaar. Het gebeurde niet. LOS echter promoveerde niet naar de eerste klasse, dus oud-lid JJG gaan we wel met een bezoekje vereren….of hij ons. Bij LOS dacht men de klip Spassky’s dankzij de pandemie omzeild te hebben, zij promoveerden vorig jaar als enige uit de toen helemaal stilgelegde 3e klasse A immers. Het lot, daar is het weer, besliste anders nu als het straks weer om de 1e klasse gaat. Ze komen ons alsnog tegen!
De nasmaak van mijn stupide nederlaag, zowel van vandaag als die van zes jaar geleden, werd volledig weggespoeld door de cadeaus die de Spassky’s mij gaven: een pot heerlijke ananasjam van Dries, een boekje met de gelekte gesprekken tussen Suarez en Messi van Evert en het kampioenschap van iedereen.
Maar verliezen is nooit leuk, vandaag al helemaal niet. Een intussen met schaken gestopte vriend hield ik na wéér een nederlaag altijd voor: Verlies je de partij, dan win je de les. Hier was de les voor mij: Schaak liever niet op je verjaardag. Zie ook Govert. Een andere constante is dat ik kennelijk slecht ben in kampioenswedstrijden. Iets om over na te denken mocht het ooit komen tot een kampioenswedstrijd om de 1e klasse. Kers op de citroentaart was echter de reactie van mijn dochter Mijke toen ze hoorde dat ik als enige verloren had:
Tot slot: Waar zat nu precies de teen van Casillas? Die vraag is lastig te beantwoorden. Casillas heeft namelijk tien tenen. In het afgelopen seizoen waren er zeker wel tien momenten aan te wijzen dat het overduidelijk mee zat. En ook wel tien dat het wat tegenliep. Om Ron Jans te herhalen: Aan het eind van het seizoen sta je waar je hoort te staan.
Putski
Knipoog naar toen het misging: onze gemiddelde rating!
Eindstand 3a, seizoen 2021-2022
Foto Jan van Os. Immer ter plekke als er iets belangrijks gebeurt.
Uit de oude doos:
Foto: Harry Gielen. Kampioensteam (Promotieklasse NOSBO) 2007. Zes spelen nog steeds! Vijf vandaag aanwezig.
Ook kampioen in klasse 3a, 1998. SC Groningen 2, opgegaan in Groninger Combinatie intussen. Op deze foto staan twee huidige Spassken.